De Wageningse Benedenbuurt is een schaars succesverhaal in de lange lijst van duurzame warmtenet-initiatieven in Nederland. Masterstudent Milieubeleid Tim den Hoedt liep stage bij het project. Wat kan Nederland leren van de Benedenbuurt?
Niet veel studenten kunnen het Den Hoedt nazeggen: dat TNO, het ministerie van Binnenlandse Zaken en een aantal andere energie-hotshots zijn stagerapport met belangstelling in ontvangst namen. De warmtetransitie is ‘heet’ en inzichten in de succesfactoren nog vrij schaars. Terwijl die wel hard nodig zijn, want Nederland moet van het aardgas af. Volgens het Klimaatakkoord is de uitstoot van broeikasgassen – en dus het gebruik van aardgas – uiterlijk per 2050 verleden tijd. Dat heeft forse impact op de circa zeven miljoen huizen tellende woningvoorraad, die nu nog grotendeels op aardgas is aangewezen voor verwarming, warm water en koken. In het Klimaatakkoord is bovendien afgesproken dat de eerste 1,5 miljoen woningen al in 2030 aardgasvrij moeten zijn.
Die context verklaart waarom de lokale initiatieven voor duurzame warmtenetten al een tijdje als paddenstoelen uit de grond schieten. Alleen: veel van die plannen halen het niet. Te duur, te weinig animo, te complex. De Wageningse Benedenbuurt vormt tot nu toe een positieve uitzondering. Afgelopen zomer haalde ‘hun’ lokale warmtenet-initiatief – het idee komt van de bewoners zelf – de vereiste inschrijfdrempel: minstens 75 procent van de huishoudens moest bereid zijn om mee te doen. Precies in die cruciale wervingsfase liep Den Hoedt stage bij het project.
Voor Resource reconstrueert de inmiddels afgestudeerde Milieubeleid-student welke factoren een rol speelden in Wageningen.
Breng het naar de voordeur
‘Landelijk en lokaal energiebeleid is voor veel mensen enorm abstract. Zelfs als mensen zich realiseren dat Nederland van het aardgas af moet, betekent dat nog niet dat ze in actie komen. Veel mensen hebben ook eenvoudigweg geen idee hoe ze de overstap naar “aardgasvrij” moeten aanpakken. Breng zo’n onderwerp dus naar de voordeur, letterlijk, en maak het mensen makkelijk. Dan komen ze wél in beweging.’
Ontzorg maximaal
‘Ons aanbod was erop gericht om de overstap naar het warmtenet zo makkelijk en betaalbaar mogelijk te maken. Het project regelt alles voor de bewoners qua verwarming en warmwatervoorziening; zelf hoeven ze – met hulp van de bewonerscoöperatie – alleen een inductieplaat te regelen en de eventuele extra elektraleiding naar de keuken die daarvoor nodig is. Niet omdat het project dat werk niet wilde doen, maar omdat het kostenplaatje sterk varieert per adres. Het zou niet fair zijn om die kosten over alle huishoudens te verdelen.’
Precies genoeg tijdsdruk
‘We zagen dat zelfs early adopters even tijd nodig hebben om te wennen aan het idee van een warmteaansluiting in hun huis. Gun mensen die tijd; te veel tijdsdruk werkt averechts. Houd tegelijkertijd wel íets druk op de ketel, want een te vrijblijvend aanbod eindigt onderaan de stapel. En nog een tijdgebonden tip: realiseer je dat de traagste je tempo bepaalt.’
Ons kent ons
‘Persoonlijk contact is tijdrovend, maar cruciaal voor draagvlak. Bij elke woning zijn we persoonlijk langsgegaan om het aanbod toe te lichten en de eerste vragen te beantwoorden. Essentieel daarbij is dat dit initiatief van de lokale energiecoöperatie kwam: mensen vertrouwen en kennen elkaar. Mede daardoor begreep het projectteam dat het onverstandig zou zijn alle bewoners over één kam te scheren. Voor senioren organiseerden we bijvoorbeeld inloop-koffieochtenden om in alle rust vragen te beantwoorden. Bij drukbezette werkenden hoef je daar echt niet mee aan te komen.’
Zichtbare steun
‘Halverwege de inschrijfperiode zijn we weer langs alle huizen gegaan, om te inventariseren wie zou meedoen en wie nog twijfelde. Als mensen het contract tekenden, kregen ze een vlaggetje in hun tuin. Dat werden er steeds meer; op den duur wemelde de wijk van de vlaggetjes. Zo hielpen de voorlopers om de middengroep te overtuigen. Op een gegeven moment zagen we zelfs in naburige wijken vlaggetjes verschijnen. Zelfgemaakte, met de tekst: “Wij willen ook van het gas af”. Een mooi bij-effect.’
Rusland
‘De doorslag gaf het niet, maar de geopolitieke situatie helpt de animo voor het project natuurlijk wel. Het prijsverschil tussen aardgas en het warmtenet verdampte. Vorig jaar kostte gas nog tachtig cent per kuub; deze zomer was dat al opgelopen tot 2,30 euro. Daarnaast weegt leveringszekerheid nu zwaar mee. Wat als Poetin de gaskraan zo ver dichtdraait dat er grote tekorten ontstaan? Dan kun je maar beter je eigen, lokale warmtenet hebben.’
Het Benedenbuurtse warmtenet
De Benedenbuurt dateert uit de jaren ‘40 en ‘50 en is een mix van grondgebonden koopwoningen, woningstichting-woningen en appartementen, zowel huur als koop. Het warmtenet gaat uit van een lucht/waterwarmtepomp die de temperatuur in het hele net rond de 70oC houdt. Lagetemperatuur-warmtenetten (ca. 40oC), bestaan ook, maar die zijn alleen geschikt voor zeer goed geïsoleerde woningen.
Het plan is om de aanleg van het warmtenet te combineren met de vervanging van het riool in 2024, zodat de straat maar één keer open hoeft. Dat bespaart overlast en kosten, zodat het warmtenet financieel haalbaar wordt. Tenminste, als minstens 75 procent van de huishoudens meedoet. Dat doel is gehaald: 82 procent van de kopers sloot een contract en van de huurders gaf eveneens 82 procent aan positief te zijn. Meer over het project is te lezen in dit LinkedIn-blog van Den Hoedt: https://bit.ly/wagawarmte.