Misschien heb je ‘m wel eens voorbij zien flitsen op zijn zelfgebouwde ligfiets. Marten Scheffer, hoogleraar aquatische ecologie, fietst graag. Fietsen maakt de geest vrij. Vrij voor nieuwe gedachten, ideeën en ingevingen. Vrij voor het mogelijk beslissende eurekamoment in het leven van een wetenschapper. ‘Iedereen weet dat het Aha-moment niet komt als je op kantoor zit achter je bureau. Dat komt als je naar huis fietst, onder de douche staat of iets anders aan het doen bent. Het is goed om daar ruimte aan te geven.’
‘Wetenschap wordt altijd geassocieerd met de rede. De rede is de kracht van de wetenschap. Maar een nieuw idee krijg je zelden of nooit via de ratio, dat gaat altijd op intuïtie en gevoel’, vervolgt Scheffer. ‘Alle beroemde wetenschappers weten dat, maken daar gebruik van en cultiveren het op de een of andere manier. Beroemd zijn de wandelingetjes van Darwin. Maar vreemd genoeg hebben we het daar nooit over.’ Scheffer noemt het the hidden half of scientific thinking. De helft die in het onderwijs niet of nauwelijks aan bod komt. Onterecht, vindt hij. ‘Je wilt studenten toch de ogen openen voor de totale breedte van het denken en zoeken naar vragen over hoe de wereld in elkaar zit?’
Vrij baan dus voor het duale denken, betoogt Scheffer in een artikel dat afgelopen week verscheen in Ecology and Society. Intuïtie en creativiteit zijn minstens zo belangrijk voor de wetenschapper als denken en redeneren. Scheffer grijpt daarbij onder meer terug op Thinking Fast and Slow van Nobelprijs- winnaar Daniel Kahneman. Dat snel en langzaam slaat op de twee manieren waarop ons brein volgens Kahneman werkt. Het langzame, bewuste en moeite kostende redeneren tegenover het snelle, onbewuste en moeiteloze associëren. ‘Een van de bijzonderheden van die twee denksystemen is dat ze niet gelijktijdig kunnen werken’, vervolgt Scheffer. ‘De ratio onderdrukt de intuïtie. Maar je hebt ze wel alle twee nodig. Nieuwe ideeën moet je natuurlijk wel met de ratio controleren of ze kloppen.’
**IDEE**Marten Scheffer is wetenschapper én kunstenaar. Als muzikant treedt hij deze maanden op in de jubileumtournee van gitarist Harry Sacksioni. Scheffer speelt mandoline, viool, gitaar en percussie. Op donderdag 2 april is er een ‘thuiswedstrijd’ in de Junushoff. Resource heeft een vrijkaartje beschikbaar. Dat kaartje is – op verzoek van Scheffer – voor diegene die het beste idee heeft hoe je studenten schoolt in creatief en origineel denken. Inzendingen mailen naar roelof.kleis@wur.nl of kijk op resource-online.nl.
Maar hoe doe je dat dubbel-denken? Hoe maak je ruimte voor de intuïtie en faciliteer je je eigen eureka-moment? Ontspanning is belangrijk, vindt Scheffer. ‘De beste wetenschap werkt in zekere zin een beetje lanterfantend. Als ik een workshop organiseer, probeer ik die de helft van de tijd ongestructureerd te hebben. Dat je samen een stukje fietst of wandelt. Dat lijkt misschien verspilling van belastinggeld, maar uiteindelijk ben je op die manier vaak veel productiever.’
Leg daarnaast voortdurend nieuwe contacten. Associëren is leuk, maar je moet wel elementen hebben om te associëren, zegt Scheffer. En het liefst elementen van buiten het bekende kringetje. ‘Als je te dichtbij zoekt, vind je niet vaak iets verrassends. De grote verrassing zit ‘m juist in het verbinden van jouw studie met iets heel anders. Lees dingen die je normaal niet zou lezen. Praat met mensen waar je normaal niet mee praat.’ Impulse, het ontmoetingscentrum op de campus, is ontstaan op voorspraak van Scheffer. Ach, het is best mooi geworden, vindt hij. Maar Impulse is niet wat hij bedoelde. Veel te netjes en georganiseerd. ‘Mijn ideeën waren veel wilder. Ik denk dat de beste contacten toevallige contacten zijn, die ontstaan vanuit ontspannen samenkomen. Mijn voorstel was een soort symposion, naar voorbeeld van de oude Grieken.
Een kroeg, een plek om lekker te eten en drinken. Een laagdrempelige, informele plek midden op de campus. Met hangmatjes en kistjes om op te zitten. Waar je op de tafels en ramen mag schrijven, waar tussen de middag altijd wat te doen is: speedtalks, filmpjes, kleine theatervoorstellingen. Een plek waar iedereen wil zijn, omdat er altijd wat te beleven is. En onder werktijd, want ontmoeten ís werk. Impulse heeft niet die rauwheid en het informele dat ik voor ogen had. Er is plek voor iets wilders dan Impulse, iets meer anarchistisch.’ En nu hij toch bezig is, neemt Scheffer meteen de hele structuur van de universiteit op de schop. ‘Misschien zou het een goed idee zijn om leerstoelgroepen af te schaffen. Of in ieder geval leerstoelhouders. Ik vind dat leerstoelgroepen te veel naar binnen gerichte koninkrijkjes zijn. Er zijn zo veel fantastische mogelijkheden voor kruisbestuiving in Wageningen. Eigenlijk is iedere structuur die je daarvoor bedenkt, een kenniseenheid of leerstoelgroep, een belemmering. Een lossere structuur, zodat mensen kunnen schuiven tussen groepen, zou beter zijn. De hiërarchische structuur zoals we die nu hebben, is niet goed.
Een hoogleraar heeft een te grote machtspositie ten opzichte van zijn mensen en promovendi. Waarom niet bij toerbeurt een groepsleider aanstellen voor een aantal jaren? Ik denk dat dat goed zou zijn.’ Maar bovenal moet de wetenschap volgens Scheffer te rade gaan bij de kunst. ‘Wetenschap en kunst zijn de twee giganten van de geest. Ze lijken op het eerste gezicht totaal verschillend, maar hebben toch veel gemeen. Wetenschappers en kunstenaar zijn allebei bezig de essentie van de wereld te vatten. Maar waar wetenschappers focussen op de ratio, zijn kunstenaars expliciet bezig met de intuïtie, de originaliteit en inventiviteit.’ Daar kunnen wij volgens Scheffer wat van leren. ‘Op kunstopleidingen komt dat expliciet aan bod. Hoe ze hun studenten leren een interessant onderwerp te zoeken. Hoe vind je een eigen benadering? Hoe stel je een interessante vraag? De juiste vraag stellen is een van de belangrijkste dingen in de wetenschap. En dat is nog niet zo makkelijk.’
Eigenlijk, vindt Scheffer, zou er een verplicht vak wetenschappelijk denken moeten komen. Een vak dat leert hoe wetenschap werkt. ‘Hoe komen grote doorbraken tot stand. Wat is er naast allerlei technieken, statistiek en experimentele opzet nog meer nodig? Daar is best veel over bekend. En ik merk dat studenten daar ook graag over horen en over praten. Kun je originaliteit aanleren en welke technieken van creatief denken zijn daar geschikt voor? Wij leren onze studenten alleen maar de ene kant van de wetenschap. De andere kant, het exploreren en het speelse, daar hebben we het nooit over. Waarom houden we dat geheim?
Foto: Guy Ackermans