De verkiezingen voor de Provinciale Staten roepen weinig geestdrift op bij het grote publiek. Het een ‘ver-van-mijn-bed-show’ die vooral publiciteit krijgt wanneer politici te veel declareren. Maar is dat wel terecht? De Staten hebben veel invloed op onze leefomgeving en kiezen de Eerste Kamer. Resource vroeg vier kandidaten die bij Wageningen UR werken of studeren waarom ze kandidaat-Statenlid zijn, wat ze gaan doen en wat ze willen bereiken.
Vandaag: Joa Maouche, student Urban Environmental ManagementStaat op plek 3 voor GroenlinksWaarom wil je de provinciale politiek in?‘In mijn studie doe ik de planologische richting en dat ligt in het verlengde van de taken van de provincie. Die houdt zich bezig met ruimtelijke ordening, landbouw, natuur en milieu; precies waar mijn passie ligt dus. Invloed kun je uitoefenen omdat de Provinciale Staten een rol hebben als verbinder tussen gemeente, regio en landelijk beleid, en middelen heeft – in Gelderland de Nuon-gelden.’
Waar ga je je mee bezighouden?‘GroenLinks heeft nu vier zetels, dus de PS halen moet kunnen lukken. Afspraken over de taakverdeling moeten we nog maken, maar waarschijnlijk ga ik in de commissie Mobiliteit, Innovatie en Economie (MIE).’ Wat hoop je de komende vier jaar concreet te bereiken?‘Als er in Gelderland over vier jaar een alternatief is voor boeren die willen uitbreiden op de regionale markt en in kwaliteit in plaats van in kwantiteit ben ik heel tevreden. Ik wil de Gelderse landouw graag weer koppelen aan de regionale markt die boeren nu slecht kunnen bereiken door als provincie de verbindende schakel te zijn tussen boeren, milieuorganisaties en de retail, zo nodig ondersteund door een revolverend fonds.’
En wat wil je voor Wageningen (UR) bereiken?‘Ik zal ervoor knokken dat er geen rondweg komt en me er hard voor maken dat de initiatiefnemers voor aankoop van grond in het Binnenveld voor natuur een kans krijgen. En ik wil dat na de nachttrein die mede dankzij ons nu stopt op Ede-Wageningen ook een aansluitende nachtbus naar Wageningen gaat rijden.’Foto: Guy Ackermans