Eerst even de spelregels. De rector wordt benoemd door de raad van toezicht, op voordracht van het college voor promoties. Het bestuursreglement van Wageningen Universiteit zegt het volgende: ‘De rector magnificus wordt uit de hoogleraren van de universiteit benoemd, op voordracht van het college voor promoties. Voorafgaand aan de voordracht voert de raad van toezicht overleg met het college voor promoties over het voor de functie van rector magnificus door de raad van toezicht vastgestelde competentieprofiel. Van de voordracht kan de raad van toezicht alleen gemotiveerd afwijken.’
Het college voor promoties bestaat louter uit hoogleraren, dus eigenlijk bevelen de hoogleraren een rector aan uit hun midden. Want volgens de regels moet de rector een Wageningse hoogleraar zijn. Dat kan een leerstoelhouder zijn (daar zijn er zo’n honderd van), een persoonlijk hoogleraar (36 kandidaten) of een buitengewoon of bijzonder hoogleraar (circa 75 stuks), dus dat begrenst het aantal mogelijke kandidaten tot ruim tweehonderd.
Waar moet de rector aan voldoen? Hij moet enig gezag hebben onder de wetenschappers als primus inter pares onder de hoogleraren, want hij is verantwoordelijk voor het onderwijs- en onderzoekbeleid van de universiteit en moet daarom geregeld een verzameling eigenwijze hoogleraren op één lijn krijgen. Daarom strekt ook bestuurlijke ervaring tot aanbeveling. Verder helpt het als de kandidaat welsprekend is en een opgeruimd karakter heeft, want de rector is ook een ambassadeur van de universiteit.
De kandidaten hebben meestal tien of twintig jaar lang een onderzoeksgroep opgebouwd en hebben deel uitgemaakt van een universiteits-brede onderwijscommissie of een onderzoekschool, zodat ze hun vakgebied in perspectief kunnen plaatsen van het Wageningse geheel. Bovendien doe je de functie van rector er niet zo even bij, je neemt dus afscheid van je leerstoelgroep. Er zijn maar weinig hoogleraren die na 4 jaar rector te zijn geweest weer hun wetenschappelijke loopbaan kunnen oppakken. De wetenschappelijke ontwikkeling gaat zo snel en is zo intensief dat een rector doorgaans niet terug kan naar zijn leerstoelgroep, of alleen als buitengewoon hoogleraar.
Deze criteria zorgen voor een grondige selectie onder de tweehonderd kandidaten. Er zijn maar weinig vijftigers onder de Wageningse hoogleraren met voldoende bestuurlijke ervaring. Aan de andere kant: dit zijn de conventies. Waarom zou een jonge persoonlijk hoogleraar zich niet kandidaat stellen als nieuwe rector van Wageningen Universiteit?
Morgen: de top-6. Onze lezers mogen alvast kandidaten aandragen. Wie moeten we niet vergeten?