De dominantie van enkele soorten blijkt uit een analyse van een internationaal consortium met daarin de Wageningse ecoloog Lourens Poorter. De groep publiceerden deze bevindingen op 28 april in Nature Communications.
‘Deze 1 procent zijn vaak echte woudreuzen die boven alle andere bomen uittorenen’, zegt Poorter. ‘Ze blijken bovendien gevoelig voor klimaatverandering.’ Bovendien zijn de grootste bomen populair bij de legale houtkap. Verstoringen door bijvoorbeeld klimaatverandering en bosbouw zorgen dat het bos minder koolstof vasthoudt. Op de lange termijn is het woud wel heel veerkrachtig, denkt Poorter. ‘Andere soorten nemen het gewoon over. Bomen groeien echter langzaam, dus dat is niet in 20 jaar hersteld.’
De overige 99 procent van de soortenrijkdom werkt dus als een ‘verzekering’ voor veranderend omstandigheden. Maar dat is niet hun enige rol, denkt Poorter. Veel soorten blinken waarschijnlijk uit in andere taken, zoals het rondpompen van water of het produceren van vruchten voor apensoorten in voedselarme periodes. Het produceren en opslaan van biomassa is maar één van de taken in het ecosysteem. ‘En het is dus niet zo dat de andere 99 procent van de soorten overbodig is.’
Het is dus niet zo dat de andere 99 procent van de soorten overbodig is
Lourens Poorter
Het inzicht dat een klein aantal bomen zo bepalend is voor de biomassa maakt het wel makkelijker voor wetenschappers dit te simuleren. Het Amazonegebied is namelijk zeer divers. Volgens een schatting van de Nederlandse onderzoek Hans ter Steege van Naturalis groeien er 16 duizend boomsoorten. ‘Per hectare groeien er circa vijfhonderd bomen, tot aan driehonderd verschillende soorten’, zegt Poorter. ‘Als ik met mijn studenten naar het bos in Bennekom ga, zijn dat misschien acht soorten.’
Voor hun onderzoek bekeken de wetenschappers gegevens van 530 bospercelen door de hele Amazone. In elk gebied werd onderzocht welke boomsoorten er groeiden, welke omvang de bomen hadden en wat de dichtheid van het hout was. In de praktijk bleken vooral de aantallen en groottes van bomen bepalend voor de vastgelegde biomassa. De dichtheid van hout was veel minder belangrijk.
Foto: Mariusz Kluzniak