Op feestjes wordt mij regelmatig ingepeperd dat ook wetenschapsfraude niet op zichzelf staat. ‘Doe niet zo naïef, dit is een topje van de ijsberg. En dat Wageningen van jou? Allemaal commerciële belangen.’ Ik kan niet anders dan zuchten. Ik heb geen idee van wat er overal gebeurt. Maar soms praat ik met wetenschappers over liefde en dan valt op hoe menselijk ze eigenlijk zijn. ‘Hij accepteert niet dat het over is.’ ‘Ik wil haar nooit meer zien.’ Objectiviteit is vaak ver te zoeken. En zelf ben ik geen haar beter. Op hersenscans kun je zien dat we eerst beslissen en daar vervolgens argumenten bij bedenken. Zo werkt ons brein. Echte objectiviteit is pure nonsens. Wetenschappelijk onderzoek is individueel proces, waar- in zelfbedachte hypothesen eigenhandig worden getest. Tuurlijk, er is genoeg discussie over keurig gestileerde presentaties en doorworchte artikelen. Soms staat er zelfs een dataset online. Maar niemand is zo goed op de hoogte als de onderzoeker zelf. Dat is ook de bedoeling, hoor ik bij elke promotie: universiteiten leiden op tot individuele, objectieve, onafhankelijk onderzoekers. Het proefschrift is daarvoor het bewijs. ‘Een geweldige prestatie.’ Ik snap er niks van. Dat zulke belangrijke stukken grotendeels door één persoon gemaakt mogen worden.
Stijn van Gils (27) doet promotieonderzoek naar ecosysteemdiensten in de landbouw. Maandelijks beschrijft hij zijn worsteling met het systeem wetenschap.