Een paar weken geleden nog werd op het WUR-intranet een oproep geplaatst met de vraag uitwisselingsstudenten in huis te nemen, omdat zo’n honderd van hen geen kamer hadden gevonden. De meesten lijken inmiddels onderdak te hebben; een paar hebben hun uitwisseling geannuleerd. ‘Het is voor uitwisselingsstudenten te moeilijk een kamer te vinden, er moet iets veranderen.’
De intranet-oproep leverde twee mogelijke kamers op, ook in de kennissenkring van het WUR’s Exchange Team werden twee kamers gevonden, vertelt teamcoördinator Eric de Munck. ‘Daarnaast heeft Ingrid Hijman van het Student Service Center er bij Idealis op aangedrongen noodkamers te reserveren.’ Dat werden er uiteindelijk meer dan de eerder genoemde vijftien kamers voor kamerdelers. ‘Elf kamers zullen worden gedeeld, en daarnaast zijn er 21 reguliere kamers. In totaal kunnen daar dus 43 uitwisselingsstudenten terecht.’ Ook heeft een deel van de uitwisselingsstudenten zelf woonruimte gevonden via bijvoorbeeld Facebook. ‘De meesten lijken inmiddels onder de pannen en een aantal heeft de exchange geannuleerd. Dan zijn er nog twee à drie studenten die nu bijvoorbeeld bij familie in Utrecht logeren. Die proberen we nog te helpen.’
Dit jaar was een extreem jaar wat huisvesting betreft, maar stress en onzekerheid spelen eigenlijk altijd
Eric de Munck
Hoeveel studenten hun uitwisseling naar Wageningen hebben geannuleerd is niet duidelijk, zegt De Munck. ‘Als ze dat doen, melden ze dat niet altijd. Ik verwacht dat het om tussen de vijf en tien studenten gaat, maar het kunnen er ook twintig zijn.’ Eind september verwacht hij daar meer duidelijkheid over. ‘De afgelopen tijd is gepaard gegaan met stress en onzekerheid voor deze uitwisselingsstudenten. Veel van hen kwamen wel naar de AID maar hadden nog geen kamer. Die zijn dan in dubio: moet ik wel doorgaan met de exchange, of kan ik beter terug naar huis?’
Stress en onzekerheid
De universiteit moet goed kijken hoe dat beter kan, vindt De Munck. ‘Dit jaar was een extreem jaar wat huisvesting betreft, maar stress en onzekerheid spelen eigenlijk altijd wel. Het is voor uitwisselingsstudenten gewoon moeilijker om huisvesting te vinden dan voor andere studenten. Er worden geen kamers voor ze gereserveerd, ze krijgen geen prioriteit bij Idealis, behalve als ze van buiten Europa komen. Twee derde van hen komt uit Europa en moet dus eigenlijk vanuit hun thuisland iets zien te vinden, of hier naartoe komen zonder een kamer. Als jij in Italië woont, is het lastig zoeken. Dus vaak wordt dat: laat afreizen en zien waar het schip strandt.’
Opgelicht
Waar de wanhoop hoog is, liggen oplichters op de loer. Mensen bieden nepkamers aan en proberen studenten die vanuit het buitenland aan het zoeken zijn, zover te krijgen alvast een groot borgbedrag te laten betalen voor een kamer die niet bestaat of al verhuurd is. ‘Wij waarschuwen uitwisselingsstudenten hier altijd voor. De meeste studenten hebben het wel door en trappen er niet in, maar het is weleens voorgekomen dat iemand is opgelicht. Die maken dan veel geld over voor gebakken lucht. Heel traumatisch.’
Ook de relatie met de partneruniversiteit komt onder druk te staan
Hoe meer stress en onzekerheid, hoe eerder studenten hier slachtoffer van worden, denkt De Munck. ‘Dit jaar is het ook een keer gebeurd. Naast stress komt ook de relatie met de partneruniversiteit onder druk te staan. Die denken: wat is daar aan de hand? Uiteindelijk kan dat gevolgen hebben voor naar welke plekken WUR-studenten op uitwisseling kunnen.’
Achtergesteld
Er zijn meer uitgaande studenten die voor een uitwisseling, stage of onderzoek naar het buitenland gaan. De inkomende uitwisselingsstudenten zouden toch makkelijk in Wageningen moeten passen? Een logische gedachte, zegt De Munck, maar het valt tegen in de praktijk. ‘Als het bijvoorbeeld een volledig Nederlands studentenhuis is, hebben de bewoners vaak voorkeur voor iemand die Nederlands spreekt. Vaak wil er ook wel een broertje, zusje, of kennis van een huisgenoot tijdelijk op kamers. We hebben geprobeerd een platform te maken voor kameruitwisseling, internationale studentenvereniging ESN doet dat ook: het levert wel iets op, maar weinig.’
Wat de oplossing voor de moeilijke positie van uitwisselingsstudenten op de kamermarkt is, weet De Munck niet, maar dat WUR hier naar moet kijken is voor hem duidelijk. ‘De Vrije Universiteit in Amsterdam reserveert bijvoorbeeld kamers voor uitwisselingsstudenten. Ik zeg niet dat we zo ver moeten gaan, maar de achtergestelde positie die ze nu hebben, kan eigenlijk niet.’