Vorige week was de officiële start van het nieuwe mosselseizoen. Wie of wat bepaalt dat eigenlijk en hoe gaat het nu met de mossel? Resource vroeg het Nathalie Steins, onderzoeker en projectmanager bij Wageningen Marine Research.
Volgens vismagazine.nl zijn de Zeeuwse kwekers dit seizoen goed te spreken over de kwaliteit van ‘hun’ mosselen: goed gevuld, mooi op kleur en met vleespercentages van 27 procent en hoger. Zijn dat de factoren die bepalen of het mosselseizoen geopend kan worden? ‘Vroeger wel’, vertelt Steins. ‘Net zoals nieuwe haring een bepaald vetpercentage moet hebben, was voor mosselen een bepaald vleespercentage vereist. Dat kwam er nog weleens op aan toen de mosselen voor de Nederlandse markt nog vrijwel uitsluitend uit de Waddenzee kwamen. Maar inmiddels komen “onze” mosselen ook uit andere Europese landen – onder meer Ierland, Engeland en Duitsland – en is er al vroeg aanvoer van voldoende kwaliteit. De opening van het mosselseizoen is nu vooral een promotionele gebeurtenis.’
Herstel
Voor de instandhouding van de soort is de timing van de seizoensopening evenmin van belang. De mossel staat er anno nu goed voor, vertelt Steins. Dat is weleens anders geweest. De 2.000 tot 4.000 hectare aan wilde mosselbanken op droogvallende platen die de Waddenzee oorspronkelijk kende, waren in de jaren ’90 vrijwel helemaal verdwenen. Het was het gevolg van de optelsom van natuurlijke factoren en zeer intensieve mosselvisserij: in die tijd “viel” er weinig zaad en de vissers laadden toch hun ruimen vol om de kweekpercelen te kunnen bezaaien.
Nieuw beleid moest het tij keren. De droogvallende platen werden stapsgewijs gesloten voor de mosselvisserij en de vissers kregen te maken met strak beheer. Dat had effect. Steins: ‘Gemiddeld genomen ligt het areaal uit het verleden er nu gewoon weer. Mijn collega Karin Troost heeft er laatst nog over gepubliceerd: als die gebieden met rust gelaten worden, blijken de droogvallende mosselbanken eigenlijk vanzelf weer terug te keren.’
Gemiddeld genomen ligt het areaal uit het verleden er nu gewoon weer
Inmiddels zijn er afspraken om ook de mosselvisserij af te bouwen op de banken die onder water staan, vanuit de wens van natuurorganisaties om álle wilde mosselbanken zo veel mogelijk ongemoeid te laten. Van die ‘natte banken’ wordt dit moment nog ongeveer de helft van het mosselzaad opgevist; de andere helft wordt al met zogenoemde invanginstallaties (mzi’s) opgevangen in de waterkolom. ‘Die mzi’s werken heel goed: ze vangen voldoende mosselzaad uit de waterkolom en zorgen voor een continue aanvoer. Een van de voordelen is dat ze ook zaad opvangen in periodes dat er op de ‘natte banken’ weinig zaad ligt’, aldus Steins. De kostprijs vormt alleen nog een struikelpunt: de kosten van mzi-zaad zijn veel hoger.
Mossel-monitoring
Dit najaar inventariseert Wageningen Marine Research weer de mossel-stand van zaken, als onderdeel van de wettelijke onderzoekstaken. Steins: ‘Dat doen we elk jaar, al jarenlang. We hebben een tijdsreeks vanaf 1990 met een grote hoeveelheid monsterpunten in de Waddenzee. We inventariseren de hoeveelheid mosselen op droogvallende platen en in de wilde gebieden onder water, we bekijken hoeveel mosselzaad er ligt en hoeveel er gevist kan worden van de ‘natte’ banken. Afhankelijk daarvan maakt de producentenorganisatie een visplan.’ WMR brengt ook het areaal aan droogvallende mosselbanken in kaart, maar dat is niet van invloed op de visserij – die gebieden zijn gesloten.
Mosselkennis
Wageningen Marine Research heeft in de loop der jaren veel onderzoek gedaan naar de (ecologische) effecten van mosselkweek. De belangrijkste inzichten daaruit zijn samengevat in deze interactieve PDF. De jongste mosselmetingen zijn te raadplegen via de schelpdiermonitor.
Kleine voetafdruk
Voor bewuste consumenten heeft Steins goed nieuws: ‘Mocht je je afvragen of je met het oog op overbevissing wel mosselen kunt eten: ja, dat is echt geen probleem’, stelt ze gerust. ‘In Nederland gelden goede afspraken, juist vanwege de natuurwaarden van de Waddenzee. De afspraken komen erop neer dat het hele proces van zaad vissen, het opkweken en afvoeren van mosselen er niet toe mag leiden dat er minder mosselen in de Waddenzee zijn dan wanneer er geen mosselvisserij zou zijn.’
Als mensen dierlijke eiwitbronnen willen eten, dan kunnen ze qua ecologische voetafdruk het beste kiezen voor mosselen of oesters
Is de moderne mosselkweek een voorbeeld van hoe de mens op een verantwoorde manier uit de zee kan eten, in harmonie met de ecologie? ‘Mits het goed gebeurt: ja’, benadrukt ze. ‘In de jaren ’90 ging het duidelijk niet goed, maar sindsdien is superveel nieuwe kennis opgedaan en inmiddels wordt de mosselvisserij heel goed beheerd.’ Ook de ecologische voetafdruk van de – inmiddels van het MSC-keurmerk voorziene – mosselen uit de Waddenzee is mooi klein, vertelt Steins. ‘Als mensen dierlijke eiwitbronnen willen eten, bijvoorbeeld omdat ze niet op een plantaardig dieet kunnen of willen overschakelen, dan kunnen ze qua ecologische voetafdruk het beste kiezen voor mosselen of oesters, blijkt uit internationaal onderzoek.’
Mosselkweek in offshore windparken
‘We zijn aan het kijken welk mogelijkheden dat biedt. Hopelijk nog dit jaar start een pilotproject in de Voordelta om te kijken of er mosselen met hangcultuur te kweken zijn – dus niet op de bodem, maar hangend in zee. De grote vraag is of het technisch kan, want met z’n vele stormen is de Noordzee best wild. Complicerend is ook dat de locaties van de windparken qua groeicondities niet per se de beste gebieden zijn voor mosselen. En dan zijn er nog de veiligheidsvoorschriften in de windparken die kweek en vangst lastig maken. Maar gezien de discussie rond dierlijke eiwitten – hoeveel hebben we nodig voor de groeiende wereldbevolking, en waar halen we die dan vandaan? – is de sector toch wel geneigd om te kijken of het kan, mosselkweek in windparken op de Noordzee’, aldus Steins.