Van der Heijden onderzocht onder meer het effect van drie behandelprogramma’s van Ziekenhuis Gelderse Vallei die gericht zijn op kinderen met overgewicht van verschillende leeftijden. De kinderen en hun ouders werden negen maanden tot één jaar begeleid door een team met een kinderarts, een psycholoog, fysiotherapeut en een diëtist. ’Overgewicht ontstaat op steeds jongere leeftijd’, vertelt Van der Heijden, die naast haar promotieonderzoek ook de opleiding tot kinderarts volgt. ‘Dit leidt niet alleen op korte termijn tot klachten. Uit onderzoek blijkt dat een groot deel van de kinderen met overgewicht ook als volwassene te zwaar zijn, met bijkomende gezondheidsproblemen.’
Ouders onderschatten vaak het probleem blijkt uit ons onderzoek.
Laila van der Heijden
Gebrek aan motivatie
De behandelprogramma’s werkten het best bij jongere kinderen. ‘Dat benadrukt het belang van vroegtijdige behandeling’, zegt Van der Heijden. Volhouden van het programma bleek lastig: een derde van de jonge kinderen stopte voortijdig, en van de tieners haakte 41 procent af. Gebrek aan motivatie bleek een van de belangrijkste redenen, zowel bij ouders als bij kinderen. Van der Heijden: ‘Ouders onderschatten vaak het probleem, blijkt uit ons onderzoek. Er wordt snel gezegd “Ach dat zijn nog peutervetjes’”. Verder waren er vaak andere problemen in het gezin. Die moeten dan eerst worden aangepakt. Want mensen moeten er wel aan toe zijn om zo’n behandelprogramma te starten.’
Zelf als iemand geen kilo afvalt, maar zich daarna wel beter voelt, dan is dat al winst.
Laila van der Heijden
Topje van de ijsberg
‘We weten veel over overgewicht bij kinderen’, zegt van der Heijden. ‘Maar dit is nog maar het topje van de ijsberg. Daarom is het belangrijk dat we wetenschappelijk onderzoek verrichten en blijven evalueren wat wel en niet werkt in de praktijk.’ De behandeling richt zich volgens Van der Heijden nu met name op het overgewicht en de gevolgen daarvan, zoals suikerziekte of hart en vaatziekten. ‘Maar we willen juist afstappen van deze focus op gewicht. Meestal zijn er andere achterliggende psychosociale problemen, zoals problemen op school of in het gezin. Behandeling van overgewicht vraagt daarom om een multidisciplinaire aanpak gericht op de individuele patiënt en zijn of haar omgeving, waarbij we bijvoorbeeld kijken naar gedrag, voeding, beweging, zelfbeeld enzovoorts.’ De nieuwere behandelmethoden richten zich vooral op het bevorderen van een gezonde leefstijl. ’Zelf als iemand geen kilo afvalt, maar zich daarna wel beter voelt, dan is dat al winst.’
Volgens Van der Heijden is het lastig om op basis van dit onderzoek algemene conclusies te trekken. ‘De kinderen en ouders die wij hebben bevraagd hadden al hulp gezocht. Dus dat is mogelijk een meer gemotiveerde groep. Daarnaast spelen veel verschillende factoren een rol bij overgewicht zoals persoonlijkheid, familie, omgeving. In feite is overgewicht het enige dat deze kinderen gemeenschappelijk hebben.’