Dower vergeleek het effect van pure chocolade en pure epicatechine op de vaatwanden. Dat deed hij in een gerandomiseerde klinische studie onder twintig gezonde mannen van 40 tot 80 jaar. Zij kregen pure chocola, placebocapsules, pure epicatechine en/of witte chocolade in verschillende hoeveelheden en combinaties. Vóór inname en twee uur erna bepaalde Dower de verwijding en flexibiliteit van de vaatwanden.
Bloeddoorstroming
Uit eerder onderzoek was bekend dat flavanolen uit cacao, zoals epicatechine, de bloedvaten verwijden en flexibeler maken en zo de bloeddoorstroming verbeteren. De bewijzen zijn dusdanig dat voor speciale flavanolrijke chocolade van producent Barry Callebaut een gezondheidsclaim is toegestaan door de Europese voedselautoriteit EFSA. Callebaut leverde ook de chocolade in Dowers onderzoek.
Dower wilde weten of epicatechine de belangrijkste veroorzaker is van de positieve effecten op de vaatwanden. Hij ontdekte echter dat de pure chocolade de bloedvaten sterker uiteen deed zetten dan pure epicatechine. Dat was deels te verklaren doordat de speciale chocolade per gebruikte portie van 70 gram maar liefst 150 mg epicatechine bevatte. ‘We hadden de leverancier gevraagd om chocolade met 100 mg per portie, maar achteraf – toen we de analyses hadden gedaan – bleek dat er 150 mg in zat. Dat maakte de vergelijking lastiger.’
Andere stoffen
Het verschil in effect lijkt volgens Dower echter te groot om alleen toe te schrijven aan het hoge epicatechinegehalte van de chocolade. Hij vermoedt dat ook andere stoffen in pure chocolade bijdragen aan het betere functioneren van de bloedvaten. Welke dat zijn? ‘Andere flavanolen bijvoorbeeld, zoals catechine.’
Het blijkt dat epicatechine wel iets doet, maar niet alles.
In eerder epidemiologisch onderzoek had Dower een sterk verband gevonden tussen de inname van epicatechine uit chocolade, thee en appels aan de ene kant, en een lagere sterfte door hart- en vaatziekten aan de andere kant. ‘In de klinische studies die we hebben uitgevoerd, zijn de effecten van epicatechine echter lager dan we hadden verwacht. Het blijkt dat epicatechine wel iets doet, maar niet alles.’