Mars test een ingrediënt dat de afbraak van suikers in onze darmen remt, waardoor het suikergehalte in ons bloed stabieler blijft na een maaltijd.
Het ingrediënt is eerder bij dieren uitgetest, maar voedingsproeven bij mensen zijn nog niet zo eenduidig. De Wageningse voedingsonderzoekers willen nagaan of het ingrediënt werkt en in welke voedingsmiddelen het het beste werkt. Het was vorig jaar al getest in een vruchtensap en muffins en wordt nu toegediend in water en cruesli. De onderzoekers nemen geregeld bloed af bij de proefpersonen om het bloedsuiker en eetlusthormonen te meten. Daarom lopen ze met canule en een infuus met fysiologisch zout rond. Dit is om de canule voor de bloedafname open te houden.
Het voedingsonderzoek maakt deel uit van het Pulp2Value project, waarin onderzoekers bijproducten tijdens de suikerraffinage willen opwaarderen tot voedingsproduct. De werkzame stof zit nu in de afvalstroom en kan pas op de markt worden gebracht als de werking ervan is aangetoond. Mogelijk kan het ingrediënt gebruikt worden als suikervervanger die bovendien zorgt voor een stabielere suikerspiegel bij consumenten.