Maanden heb ik nu gezocht naar een talentvolle allochtone academicus, maar ik heb hem of haar niet kunnen vinden. Zeker, Wageningen is internationaal. Maar liefst 99 nationaliteiten telt onze universiteit en dit jaar beginnen minstens 1000 buitenlanders in Wageningen aan hun master. Daar is hard aan gewerkt en onze bestuurders zijn maar wat trots op het resultaat. Terecht, want meer diversiteit vergroot de kans op verfrissende inzichten, blijkt uit onderzoek.
Alleen, al onze buitenlanders zijn allemaal, eh… buitenlanders. De ‘standaardallochtoon’ – een Nederlander van Marokkaanse of Turkse komaf – komt hier vrijwel niet voor. Ik heb de voorlopige cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) erop nageslagen. De gemeente Wageningen telde in 2014-2015 acht Turkse en acht Marokkaanse Nederlanders die een wetenschappelijk opleiding volgden. Daarmee scoren we op deze herkomstgroepen het laagst van alle Nederlandse universiteitsgemeenten.
Een gemiste kans. Wij leiden nu studenten op in een omgeving waarin een significant deel van de Nederlandse bevolking ontbreekt. Hoe kunnen onze studenten straks begrijpen hoe de rest van Nederland werkt?
Ik denk dat we vanaf nu keihard ons best moeten gaan doen om deze groep Nederlanders naar Wageningen te halen. Zij beleven Nederland immers op een andere manier. Juist die groep kan ons dus extra diversiteit en daarmee nieuwe academische inzichten brengen. Dan stijgen we straks misschien nog verder op de internationale ranglijsten.
Stijn van Gils (29) doet promotieonderzoek naar ecosysteemdiensten in de landbouw. Maandelijks beschrijft hij zijn worsteling met het systeem wetenschap.
Lees alle columns van Stijn