Genoeg computers voor iedereen
Harm Ligtenberg (21), CSF (Christelijke Studenten Fractie)
‘Er wordt gesproken over een nieuw beleid waarbij iedereen zijn eigen laptop meeneemt naar de campus: Bring your own device. Dat is wel iets waar ik zeer kritisch op ben en wat ik zou willen tegenhouden. Ik heb zelf geen apparaat dat ik mee kan nemen en dat zal voor meer mensen gelden. Er moeten gewoon genoeg computers zijn om aan te kunnen werken. Het lijkt me geen goede ontwikkeling om de financiële consequenties van groei bij de studenten neer te leggen. Na drie jaar in Wageningen weet ik hoe het is om hier student te zijn en waar mensen tegenaan lopen. Nu kan ik een actieve bijdrage gaan leveren aan het beleid.’
Minder stress, meer integratie
Yichun Zhou (23), S&I (Sustainability & Internationalisation)
‘Met S&I wil ik inzetten op duurzaamheid. Daarmee doel ik behalve op milieu ook op innerlijke en intermenselijke duurzaamheid. Met innerlijke duurzaamheid bedoel ik de mentale gezondheid van het individu. Er is veel stress onder studenten, daar moeten we iets aan doen. Intermenselijke duurzaamheid staat voor culturele integratie, dus een duurzame studentenpopulatie die internationale studenten sneller en beter laat integreren in Wageningen. Er is een tekort aan kamers en studieplekken. Studenten vragen zich af waarom de universiteit zo veel nieuwe studenten toelaat terwijl er nu al ruimtegebrek is. Als ik word verkozen, zullen de kwaliteit van het studentenleven en van de universiteit mijn prioriteit hebben.’
Kleinschalige sfeer waarborgen
Sophie Kuijten (21), VeSte (Verenigde Studenten)
‘Eén van mijn prioriteiten is om, ondanks de groei, de kleinschalige sfeer en de onderwijskwaliteit te waarborgen. Er moeten genoeg docenten zijn voor het aantal studenten. VeSte staat voor een brede ontwikkeling van de student; studenten moeten zich ook buiten de collegebanken ontwikkelen. Sinds het leenstelsel denken studenten wel twee keer na of ze een commissie of een bestuur gaan doen. Wij willen ze motiveren om dit juist wél te blijven doen. Je leert er zo veel van: werken in een professionele omgeving, spreken in het openbaar, enzovoort. Daar heb je voor de rest van je leven wat aan.’