Eerder dit jaar bracht Livestock Research twee rapporten uit over de endotoxine-emissies uit stallen en mogelijkheden om de emissies te verminderen in opdracht van de overheid. Het instituut bracht de emissie van endotoxinen in kaart uit de pluimvee- en vleesvarkenshouderij. Daaruit bleek dat omwonenden rond pluimveebedrijven onvoldoende zijn beschermd tegen blootstelling aan endotoxinen met de huidige regelgeving voor geur en fijnstof. Endotoxinen ontstaan in de pluimvee- of varkensstal uit de mest en huidschilfers van de dieren en zijn zeer schadelijk voor de gezondheid.
Nu meten de onderzoekers Albert Winkel en Nico Ogink ook de emissie van endotoxinen uit stallen voor zeugen, biggen en koeien en nemen ze ook extra stallen van al eerder onderzochte diersoorten mee in de metingen. Zo maken zij de emissiecijfers voor endotoxinen betrouwbaarder. Bovendien gaan ze het verspreidingsmodel voor endotoxinen in de omgeving van de boerderijen verfijnen. Dat moet leiden tot een nieuwe rekensom hoeveel schadelijke stoffen de verschillende veehouderijsectoren produceren en in welke straal omwonenden hierdoor gezondheidsrisico’s lopen. Met die kennis kunnen de ministeries hun beleid onderbouwen.
Naast dit onderzoek besteedt het ministerie ook extra geld aan een stichting die Q-koorts patiënten ondersteunt en aan een landelijk netwerk om snel bekende en onbekende infectieziekten te kunnen signaleren en bestrijden. Ook ondersteunt het ministerie het Kennisplatform Veehouderij en Humane Gezondheid. Deze club, waaraan het RIVM, de WUR-instituten Livestock Research en Bioveterinary Research en Universiteit Utrecht deelnemen, moet informatie geven over de gezondheid van mensen in relatie tot de veehouderij.
Er bestaat ook een dossier over fijnstof en endotoxinen uit stallen.