<foto: KNMI>
NWO selecteerde 33 onderzoeksfaciliteiten die in de komende jaren extra geld kunnen krijgen, omdat ze een bijdrage leveren aan innovatie. Daartoe behoort ook de onderzoeksfaciliteit CESAR, de hoge meetmast waarmee onderzoekers metingen verrichten aan de Nederlandse wolkenluchten om zo inzicht te krijgen in het ontstaan van wolken en neerslag. In dit onderzoekcluster werken Wageningse meteorologen samen met onderzoekers van KNMI, TNO, RIVM, ECN, TU Delft en Universiteit Utrecht.
Broeikasgassen
Ook heeft NWO de onderzoeksfaciliteit ICOS geselecteerd. Dat is een observatiesysteem dat continu de uitwisseling van broeikasgassen registreert tussen land, zee en atmosfeer. Deze faciliteit wordt beheerd door een consortium van klimaatonderzoekers van onder meer de Vrije Universiteit, KNMI, ECN, TNO en de universiteiten in Groningen, Utrecht en Wageningen.
Bovendien is de WUR, in het bijzonder Wageningen Marine Research, gebruiker van het onderzoekschip RV Pelagia, dat ook als grootschalige onderzoeksfaciliteit is geselecteerd. Ook een viertal universiteiten en het onderzoekinstituut NIOZ maken gebruik van dit schip.
Microscopen
Eerder meldde Resource dat Wageningse onderzoekers betrokken waren bij vier grootschalige onderzoeksfaciliteiten die NWO gaat ondersteunen. Dat ging om onderzoekclusters voor microscopische apparatuur, plantaardig onderzoek, NMR en apparatuur om micro-organismen in kaart te brengen. Maar daarbij zagen we deze faciliteiten voor wolken- en klimaatonderzoek over het hoofd. In totaal is de WUR betrokken bij zeven van de 33 geselecteerde onderzoeksfaciliteiten.
Of de selectie door NWO daadwerkelijk tot onderzoeksgeld leidt, moet nog blijken. NWO heeft de komende vier jaar 40 miljoen euro per jaar beschikbaar. De 33 geselecteerde faciliteiten mogen een investeringsplan schrijven. Of en wanneer die gehonoreerd worden, is onduidelijk. Want het gaat om projectvoorstellen die doorgaans meer dan 10 miljoen euro kosten.