De nacht van 26 oktober was net iets donkerder dan normaal. Of eigenlijk: net iets minder licht dan normaal. Om tijdens deze Nacht van de Nacht de waardering voor het donker te verhogen (en aandacht te vragen voor lichtvervuiling) doofden veel organisaties hun verlichting en waren er allerlei nachtelijke activiteiten. In Wageningen kon je onder andere mee met een nachtexcursie door het Binnenveld.
Op een foto van Europa bij nacht ziet Nederland eruit als het nachtlampje. Steden en wegen zijn hier vaak de hele nacht verlicht. Kamiel Spoelstra doet bij het ecologisch onderzoeksinstituut NIOO al jaren onderzoek naar de effecten van licht op de natuur, in nauwe samenwerking met WUR. ‘Veel dieren die ‘s nachts actief zijn, zijn helemaal niet blij met onze straatverlichting en lichtgevende reclameborden worden afgestoten door licht. Dassen, marters en muizen blijven liever uit de buurt’, zegt Spoelstra. ‘Andere dieren worden er juist door aangetrokken, zoals insecten. Vleermuizen komen daar weer op af, omdat ze die insecten graag eten. Ze vinden het licht niet per se fijn, maar de makkelijke prooien wel.’
Lichtstress
Maar ook de dieren die niet direct worden afgestoten door het licht kunnen daar wel hinder van hebben, volgens Spoelstra. ‘Dieren hebben extra stress door verlichting, en dieren die overdag actief zijn slapen minder goed. Op de langere termijn nemen daardoor de aantallen van deze dieren af.’
Speelt dit op de campus ook een rol? ‘Op de campus is het ‘s nachts behoorlijk licht, dus ik denk het wel. Bij de Hoge Born zitten dassen en die hebben echt een hekel aan licht. De campus is toch een beetje buitengebied, aan de rand van Wageningen. Grote kans dat de dassen wel eens op wormen jagen op de uitgestrekte grasvelden.’
Rood licht
WUR deed niet mee aan de nacht van de nacht. Die ene nacht per jaar maakt natuurlijk ook het verschil niet. Voor de dieren zou het beter zijn om structureel minder licht aan te hebben. ‘’Het minst verstorend is rood licht,’ zegt Spoelstra. ‘Maar ik snap dat WUR niet de hele campus rood wil verlichten. Het zou in ieder geval goed zijn om warm licht te gebruiken, zo dicht mogelijk bij de grond. Dan moet je iets meer lantaarns gebruiken maar dan kan de lichtintensiteit enorm omlaag.’