Wetenschap
Achtergrond
Dier

Ontmoet de oud-Hollandse koeien

De overheid wil dat de melkveestapel inkrimpt om de fosfaatuitstoot te verminderen. De veehouders zullen vervolgens hun minder productieve koeien van de hand doen, wat een bedreiging vormt voor het voortbestaan van oud-Hollandse koeienrassen. Rassen die je sowieso steeds minder in de Nederlandse wei ziet.
Tessa Louwerens

Foto’s: Veeteelt, Shutterstock & Inke Fiona Cnossen

Google even op ‘Hollandse koe’ en je vindt een (zwart)bonte verzameling foto’s van koeien in een groen weiland, neus net iets te dicht bij de lens en een blauwe wolkenlucht op de achtergrond. Een oer-Hollands plaatje. Of niet? Het merendeel van deze dames zijn Holstein-Friesians: een Amerikaans ras, dat afstamt van het Fries-Hollandse vee.

Het begon toen een Amerikaanse schipper in de negentiende eeuw in de haven van Amsterdam een zwartbonte koe kocht om zijn bemanning onderweg van melk te voorzien. Ook na de overtocht bleef de koe nog melk geven en de Amerikanen waren zeer onder de indruk. Niet lang daarna voeren schepen afgeladen met duizenden Nederlandse koeien richting het land van onbegrensde mogelijkheden. ‘De Amerikanen kozen de beste melkkoeien om mee verder te fokken,’ vertelt Sipke Joost Hiemstra. Hij is directeur van het Centrum voor Genetische Bronnen, Nederland (CGN) van de WUR. ‘Zo ontstond er een nieuw ras, de Holstein-Friesian, inmiddels de productiefste melkkoe ter wereld.’ Vandaag de dag bestaat meer dan 99 procent van de Nederlandse melkveestapel uit Holstein-Friesians en is deze kampioen melk-maken niet meer weg te denken van de melkpakken. Ondertussen zie je steeds minder koeien van de oud-Hollandse rassen. Maar welke rassen zijn dat eigenlijk? Een kort voorstelrondje:

Fries-Hollands

Status: bedreigd, trend: krimp, aantal: 1621*

Was de Fries-Hollandse koe in 1975 nog het meest voorkomende ras is Nederland, inmiddels zijn er nog minder dan 2000 vrouwelijke fokdieren. Terwijl in de VS met de nakomelingen van het oorspronkelijke Fries-Hollandse vee generaties lang doorgefokt werd op melkproductie, lag in Nederland de nadruk meer op uiterlijk en werden de koeien steeds kleiner. Het beroemde standbeeld Ús Mem in Leeuwarden is van een Fries-Hollandse koe.

Fries Roodbont Vee

Status: bedreigd, trend: groei, aantal: 520*

Het Fries Roodbont is een ras dat er eigenlijk officieel niet had mogen zijn. In de middeleeuwen bestond de Nederlandse rundveestapel met name uit roodbonte dieren. Wanneer rond 1750 door runderpest en overstromingen ruim driekwart van de veestapel verdwijnt, worden er nieuwe zwartbonte koeien uit Denemarken en Duitsland gehaald. In het in 1874 opgerichte Nederlandse Rundvee Stamboek werden drie runderrassen erkend: de zwartbonte (Fries-Hollands), de roodbonte MRIJ en de Blaarkop. Andere dieren mochten niet worden geregistreerd voor de fok. Een aantal boeren hield toch nog stiekem een roodbonte stier in een schuur waardoor het ras bleef voortbestaan.

Groninger Blaarkop

Status: bedreigd, trend: stabiel, aantal: 2190*

De Blaarkop is egaal zwart of rood met een witte kop en staartpunt. De blaarkop wordt ook wel ‘polderpanda’ genoemd vanwege de karakteristieke ringen (‘blaren’) rond de ogen en het geringe aantal dat er nog van rondloopt. Het is een oud ras dat al in de veertiende eeuw werd beschreven, in de tijd dat er nog geen officiële rassen bestonden. De blaarkop is vooral te vinden op veengronden en staat bekend om haar sterke benen, hoge vruchtbaarheid, goede vleeskwaliteit en zelfredzaamheid.

Lakenvelder

Status: bedreigd, trend: stabiel, aantal: 1600*

De Lakenvelder is een oud ras dat al in de twaalfde eeuw wordt beschreven. Het ras dankt zijn naam aan de witte band (het laken) dat over de rug en buik loopt. Omdat Lakenvelders van oudsher voornamelijk in bezit waren van de adel kregen ze de benaming ‘kasteel’- of ‘parkrund’. Toen de landgoederen grotendeels verdwenen, werd de Lakenvelder met uitsterven bedreigd en op het dieptepunt waren er in heel Nederland nog maar zo’n 300 exemplaren over. Inmiddels zijn de aantallen wat bijgetrokken en wordt het ras populairder, met name vanwege het bijzondere uiterlijk.

MRIJ

Status: normaal, trend: krimp, aantal: 15.567*

Dit roodbonte ras heeft zich ontwikkeld op de vruchtbare gronden in het gebied tussen de Maas, Rijn en IJssel (MRIJ). Hoewel MRIJ koeien minder melk produceren dan de Holstein-Friesian, is het eiwitgehalte hoger en dat maakt de melk waardevoller. Het is een sterke, rustige, ‘low-maintenance’ koe. In de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw bestond ongeveer een kwart van de Nederlandse veestapel uit MRIJ en daarna nam dit gestaag af. Met het invoeren van melkquota in 1984 werd de MRIJ weer economisch interessanter en gegevens van accountantsbureaus laten zien dat het met het robuuste dubbeldoelras MRIJ nog goed boeren is.

Brandrood

Status: bedreigd, trend: groei, aantal: 941*

Het ras dankt zijn naam aan de donkerrode en hier en daar bijna zwartgeblakerde kleur. De voeten, buik en staartpunt zijn wit. Het Brandrode rund is sterk, leeft lang en is redelijk winterhard. Dit maakt ze ook geschikt voor natuurbegrazing. Er is één bedrijf dat van de melk een bijzondere, harde, nootachtige ‘Brandrode’ kaas maakt. Het is een van de weinige rassen die in aantal toeneemt, hoewel het nog altijd bedreigd is.

In tegenstelling tot de gespecialiseerde Holstein-Frisians, zijn de van oorsprong Nederlandse runderrassen zogenaamde dubbeldoelrassen, wat betekent dat ze zowel voor melk- als vleesproductie geschikt zijn. Ze mogen dan misschien minder melk geven dan de Holstein-Frisian, de oude rassen zijn volgens Hiemstra ‘zelfredzamer’ en doen het goed op extensievere bedrijven- of in combinatie met natuurbegrazing. Bovendien zijn ze onderdeel van ons levend cultureel erfgoed en op die diversiteit moeten we zuinig zijn.

Meer koeienrassen vind je op http://efabis.cgn.wur.nl/.

*EFABIS database volgens meting 2014. Bedreigd betekent minder dan 3000 vrouwelijke stamboekfokdieren.

Lees ook eens:

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.