Eugene van Meteren is beheerder bij Idealis. Hij schrijft voor Resource over zijn belevenissen.
‘Vroeg in de ochtend ben ik reparatieverzoeken aan het invoeren in een kantoor op de begane grond van een sterflat. Plotsklaps zie ik vanuit mijn ooghoek buiten onrust ontstaan. Ik kijk door het raam en zie een jonge Afrikaanse vrouw in haar pyjama volledig overstuur rondspringen in de doornstruiken.
Ik ren naar buiten en zie dat ze met bebloede blote voeten in de struiken staat te stampen. Ze schreeuwt en huilt zoals ik nog nooit eerder heb gezien of gehoord. Ik stap de struiken in en probeer haar gerust te stellen. Na enkele minuten gaat het huilen over in snikken. Ik vraag of we naar binnen kunnen gaan. Ze pakt mijn arm.
Terwijl we samen naar de lift lopen, vraag ik wat er is gebeurd. Ze zegt snikkend dat ze continu beelden in haar hoofd heeft van een vreselijke gebeurtenis. Als kind heeft ze haar ouders verloren tijdens de genocide in Rwanda. ‘My parents were killed in front of my eyes. But I survived together with my sisters. I am very happy to be alive, but being an orphan at a young age is horrifying.’
Even later komen we bij haar kamer op de achtste verdieping. De vloer ligt vol glasscherven en bloed. Zodra we binnen zijn loopt de vrouw vlug naar het openstaande raam. Ze klautert erdoorheen naar de galerij en probeert over de reling te klimmen. Samen met een toegesnelde afdelingsgenoot trek ik haar weg. Een collega van me heeft inmiddels de politie gebeld. De agenten komen gelukkig snel en nemen het professioneel van me over. Nog dezelfde dag horen we dat ze naar de afdeling psychiatrie van de kliniek in Wolfheze is gebracht.
‘My parents were killed in front of my eyes, but I survived together with my sisters’
Versuft door de medicatie komt de vrouw drie maanden later met een begeleider van de kliniek naar het kantoor van Idealis om spullen te halen en afscheid te nemen. De begeleider vertelt me dat het beter is voor het genezingsproces als ze teruggaat naar haar geboorteland, naar haar zussen. Nooit heb ik na die laatste ontmoeting nog iets van haar gehoord.’