‘Diepgaande veranderingen nodig voor kringlooplandbouw’

Een ingezonden brief over kringlooplandbouw door dr.ir. Toon van Eijk.
Dr.ir. Toon van Eijk is gepensioneerd tropisch landbouwkundige. Hij promoveerde in 1998 op een proefschrift over zijn werkervaringen in Afrika.

Het Platform Kringlooplandbouw Wageningen hield onlangs een interessant debat over de transitie naar kringlooplandbouw. Een van de besproken thema’s betrof de implicaties van een paradigmaverandering naar circulariteit voor de wetenschap en het onderwijs. De belangrijkste vraag was: ‘Een paradigmaverandering impliceert diepgaande veranderingen. Wat betekent dat voor het onderwijs?’ Nederland wil een koploper zijn in kringlooplandbouw. Welke ‘diepgaande’ veranderingen zijn daarvoor nodig?

Hoogleraar Dierlijke Productiesystemen Imke de Boer, een koploper in de transitie naar kringlooplandbouw, zei dat ‘we’ zullen moeten produceren en consumeren met minder impact op de omgeving. Dit betekent dat zowel boeren als consumenten (en alle andere tussenpersonen in de relevante ketens) hun gedrag dienen te veranderen. Gedragsverandering is gegrondvest in verandering van onderliggende (vaak impliciete) waarden. De eerste stap in de transitie is het expliciet maken van deze impliciete waarden. De tweede stap is het identificeren van die waarden die een ecologisch en maatschappelijk verantwoorde kringlooplandbouw ondersteunen. De derde stap is het identificeren van methoden die de ontwikkeling van zulke grondhoudingen of onderliggende waarden faciliteren. Hoe kunnen boeren, consumenten, andere actoren in de ketens en WUR-staf en -studenten zulke waarden verkrijgen?

In processen van persoonlijke ontwikkeling is de volgende reeks van toepassing: data > informatie > kennis > grondhouding/waarde > gedrag. De pijlen representeren internalisatie- en transformatieprocessen, die helaas grotendeels black-boxprocessen zijn. Natuurwetenschappers (en ook veel sociale wetenschappers) hebben de neiging om op data, informatie en kennis te focussen. Maar alleen kennis is niet afdoende om gedrag te veranderen.

‘Diepgaande’ verandering houdt verandering in van onderliggende waarden en grondhoudingen naar de natuur – en vervolgens van gedrag. In mijn proefschrift (WUR, 1998) concludeer ik dat de ontwikkeling van ecologisch en maatschappelijk duurzame landbouwbedrijfssystemen zowel wetenschap als methoden voor persoonlijke ontwikkeling (Bildung) vraagt, zowel denkvermogen als sociaal-cultureel onderwijs, zowel naar buiten als naar binnen gerichte benaderingen. Om externe en interne duurzaamheid te bereiken dient WUR veel meer aandacht te besteden aan eco-filosofie (grondhoudingen naar de natuur), wetenschapsfilosofie (wetenschappelijke paradigma’s), systeemonderzoek (landbouwbedrijven als sociaal-ecologische systemen) en sociale psychologie (gedragsverandering). En ja, dat kan minder geld en staf voor natuurwetenschappelijke groepen inhouden.

Ook een mening over een actuele WUR-kwestie? Stuur je bijdrage van maximaal 350 woorden naar resource@wur.nl onder vermelding van ‘ingezonden’

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.