Text: Katrin Heidemeyer
In haar promotieonderzoek wil Bos een protocol opstellen voor producenten van hondenvoer die daarmee de kwaliteit van het voer kunnen bepalen, gebruikmakend van de ervaringen van hondeneigenaren en hun dieren. Dat is nog niet eerder gedaan. Meestal testen producenten de kwaliteit van hun producten op laboratoriumdieren. De hoeveelheid voedsel die een dier verorbert, bepaalt dan de smakelijkheid van het voer en door het analyseren van de voedingsstoffen bepalen fabrikanten de verteerbaarheid.
Bos wil nu dus de smakelijkheid en verteerbaarheid testen in de thuisomgeving. Dit is belangrijk omdat elke hond en elke leefsituatie anders is en dat kan leiden tot meer variatie in de resultaten van de kwaliteitscontroles, dan wanneer er alleen gekeken wordt naar honden in de onderzoekscentra. Bos: ‘Ik sta met mijn ene voet in de wetenschap en met de andere in de toepassing daarvan. Ik vind het fijn dat ik kan werken met hondeneigenaren en hun dieren terwijl ik tegelijkertijd onderzoek doe.’ Bos is nu met het eerste onderzoek gestart – van de zes in totaal – waarin ze focust op verteerbaarheid. En hiervoor moet ze dus poep analyseren.
Niet iedereen bewaart hondenpoep graag naast de pizza in de diepvries
Diepvriespizza
Elke deelnemer aan het onderzoek ontvangt van Bos hondenvoer voor twee weken, plastic zakjes om de uitwerpselen te verzamen en een dagboekje voor observaties. De promovendus biedt deelnemers ook een mini-vriezer aan, want niet iedereen bewaart de poep graag naast de diepvriespizza.
Gedurende twee weken mogen de baasjes hun dieren alleen het eten geven dat ze van Bos gekregen hebben. Daarnaast moeten ze notities maken in een dagboekje. In ruil voor het gratis eten wil de onderzoeker graag weten hoeveel voer de honden eten en hoe vaak ze poepen. En ze wil alle gory details over de uitwerpselen, zodat ze eventuele verteringsproblemen kan signaleren. Na twee weken haalt Bos de poep op.
Poepanalyse
Daarna begint het lab-werk. De poep zegt veel over de gezondheid van het huisdier. De factor verteerbaarheid bepaalt de voedingswaarde van het voedsel. ‘Alle nutriënten – voedingsstoffen – die we vinden in de poep, zijn dus niet via de spijsvertering door de hond opgenomen’, zegt Bos. ‘Als het eten goed verteert en dus weinig voedingsstoffen achterlaat in de poep, is die ver-teerbaarheid een goede marker voor de kwaliteit van het eten.’
Met haar PhD-onderzoek wil Bos bepalen hoeveel tijd en deelnemers er nodig zijn voor een betrouwbare en diervriendelijke kwaliteitscontrole die leidt tot gezonder en lekker eten. Tot nu toe hebben vijftig hondeneigenaren aan haar onderzoek deelgenomen en zoekt ze nog minstens tien extra deelnemers. Daarna wil Bos ook de kwaliteit van kattenvoeding gaan onderzoek.
Interesse om deel te nemen aan deze studie? Kijk dan op www.betterpetworld.com