Herkansingen ter discussie

‘Studenten en docenten moeten de loopgraven uit en samen optrekken.’
Illustratie Valerie Geelen

WUR heeft het ruimhartigste herkansingsbeleid van heel universitair Nederland. Dat lijkt nobel, maar gaat mogelijk ten koste van de onderwijskwaliteit, docenten én studenten. Na jaren onvrede is het tijd voor actie, vinden vooral docenten.

Het is veel docenten al jaren een doorn in het oog: midden in de zomervakantie halsoverkop terug naar Wageningen om hertentamens af te nemen. Dat een deel van de ingeschreven studenten vervolgens niet op komt dagen en veel studenten die wél komen zich slecht hebben voorbereid, maakt het er allemaal niet beter op.

Maar er zijn meer pijnpunten, zoals de mogelijkheid voor studenten om oneindig vaak te herkansen; dat studenten aan vervolgvakken mogen beginnen terwijl ze het basisvak nog niet hebben gehaald; en dat het niet uitmaakt welk onvoldoende cijfer wordt gehaald om te mogen herkansen. (Aan de Universiteit Utrecht moet je bijvoorbeeld minimaal een 4 halen om te mogen herkansen—bij een lager cijfer moet je het vak opnieuw volgen.)

Stress

Dat het Wageningse herkansingsbeleid soepel is, daar zijn docenten en studenten het wel over eens, vertelt beleidsmedewerker en lid van de werkgroep Herkansingen Jetske ten Caat. ‘Studenten vinden dat overwegend positief: zij hebben het gevoel dat ze fouten mogen maken, het vermindert stress. Docenten vinden het overwegend negatief: nieuwe toetsen maken en nakijken verhoogt de werkdruk. Dat een deel van de studenten zich onvoldoende voorbereidt, niet komt opdagen of zich voor de tiende keer inschrijft voor een hertentamen, zorgt daarnaast voor frustraties.’ De huidige aanpassingsvoorstellen (de zomerherkansingen vervroegen en het aantal herkansingen beperken) zijn kleine stappen in een ingewikkeld dossier, zegt ze. ‘Er wordt al vele jaren over gediscussieerd, maar het ligt gevoelig omdat de wensen en belangen van studenten en docenten tegenover elkaar staan. Daardoor is de situatie al lange tijd min of meer hetzelfde.’

Tijd voor actie

Docenten Julia Diederen (Food Chemistry) en Jenneke Heising (Food Quality and Design) waren er na jaren discussiëren zonder resultaat wel klaar mee. Ze schreven een oproep tot actie, waarin ze stellen ze dat het huidige herkansingsbeleid een flinke bijdrage levert aan de toch al hoge werkdruk van docenten en dat het onacceptabel is dat daar niks aan gedaan wordt. Met hun oproep willen ze de mensen in het besluitvormingsproces aansporen om de ‘moed en vastberadenheid te tonen’ die nodig is om het beleid te veranderen. Heising: ‘Het herkansingsbeleid wordt vaak gepresenteerd als iets waarin studenten en docenten tegenover elkaar staan. Terwijl niemand zit te wachten op die herkansingen: studenten halen een vak ook liever meteen.’

Zonder restricties is er geen drijfveer om een toets in één keer te halen

Volgens Heising is het huidige beleid voor niemand goed. ‘Bij studenten werkt het uitstelgedrag in de hand. En door later te herkansen, wordt toetsing losgekoppeld van het onderwijs, alsof het alleen maar om het tentamen draait.’ Daardoor komt ook de onderwijskwaliteit in het geding, zegt ze. ‘Docenten willen activerend onderwijs geven, maar als een deel van de studenten niet actief meedoet tijdens het vak omdat ze tóch kunnen herkansen, heeft dat gevolgen voor de kwaliteit. Halfvolle collegezalen zijn niet heel motiverend. Wie zijn daar de dupe van? De studenten die wel mee willen doen. Met oneindige herkansingen stijgt bovendien de kans dat een student het vak haalt zonder echt over voldoende kennis te beschikken.’

Uit de loopgraven

Dat het anders moet, staat vast voor Heising. ‘Studenten willen goed onderwijs en een waardevol diploma. Docenten willen dat verzorgen. En we willen de onderwijskwaliteit waarborgen. Kortom: we hebben hetzelfde doel, dus we moeten die loopgraven uit en samen op zoek gaan hoe we dat het beste kunnen bereiken.’

Ook bij de tiende herkansing toon je aan dat je kundig bent

Masterstudent Food Safety Menno Kasteleijn zit ook in de werkgroep Herkansingen. Hij herkent niet zonder meer dat studenten geen druk ervaren. ‘Het lijkt nu net alsof studenten het wel lekker vinden zo, maar zij voelen wel degelijk druk om tentamens te halen, alleen al financieel. Ook willen ze niet achterop raken bij hun medestudenten.’ De waarde van het diploma komt volgens hem niet in gevaar. ‘Als de toetsing goed in elkaar zit en je haalt het tentamen, laat je zien dat je de stof beheerst. Ook bij de tiende herkansing toon je aan dat je kundig bent.’

Breder kijken

Maar Kasteleijn is het wél eens met de oproep van Heising en Diederen dat de discussie breder gevoerd moet worden. ‘Nu gaat het gesprek te vaak over de hoeveelheid herkansingen, terwijl iedereen wint als er zo min mogelijk herkansingen nodig zijn.’ Zelf worstelde hij met het vak Advanced Statistics. ‘Na de tweede onvoldoende, mailde de docent mij: “Goh, het gaat niet zo lekker, weet dat je altijd langs kan komen om samen een uurtje voor te bereiden.” Het volgende tentamen haalde ik. Zo’n handreiking kost vooraf extra moeite voor de docent, maar dat bespaart hij later met nakijken. Zo kan het dus ook.’

Dat bredere gesprek wordt ook gevoerd, vertelt Ten Caat. ‘We werken aan een nieuwe visie op examinering, waarin we breder kijken naar toetsing binnen WUR. Iemand als Jenneke Heising denkt ook mee. Er zijn veel manieren om met onvoldoendes en hertentamens om te gaan, bijvoorbeeld dat studenten met een onvoldoende voor een vak mogen afstuderen, zolang ze die compenseren met hoge cijfers voor andere vakken. Als je voor één vak een vijf haalt en voor de rest achten, ben je echt niet minder bekwaam.’

Op 29 juni buigt de Gemeenschappelijke Vergadering (GV) zich over een voorgenomen besluit van de raad van bestuur om (1) de zomerherkansingen van augustus naar juli te vervroegen en (2) het aantal herkansingen te beperken tot drie per (herkansings)periode. Hou de website in de gaten voor de laatste ontwikkelingen.

Lees ook:

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.