Foto: Shutterstock Jaarlijks tellen onderzoekers van Wageningen Marine Research het aantal grijze zeehonden in de Nederlandse Waddenzee. Dat doen ze in december om de pups te tellen en in april wanneer de meeste zeehonden vanwege de rui op het droge liggen en dus te zien zijn vanuit een vliegtuig. Dit jaar zijn er 5687 grijze zeehonden geteld, bijna twintig procent meer ten opzichte van de 4750 zeehonden het jaar ervoor. Zit de grijze zeehond in de lift?Dat is volgens onderzoeker Sophie Brasseur nu nog niet te zeggen. Volgens haar zou het ook te maken kunnen hebben met het mooie weer in april, waardoor meer zeehonden op de zandplaten liggen. ‘Bij slecht weer gaan de zeehonden vaker de zee op en dan kunnen we ze dus niet tellen.’ De covid-19 lockdown heeft mogelijk ook een rol gespeeld. ‘Er was veel minder bootverkeer zodat de zeehonden minder werden verstoord. Ze bleven relaxt op de zandbanken liggen.’
Als laatste merkt Brasseur op dat er mogelijk meer zeehonden uit Engeland en Schotland deze kant op zijn gekomen. ‘Het weer kan daarbij van invloed zijn, maar ook verstoringen op zee of vismigraties. Wij kunnen aan de zeehond niet zien of het een lokaal dier is of een toerist vanuit het Verenigd Koninkrijk. Daarvoor zouden we ze moeten zenderen.’
Volgend jaar zullen opnieuw tellingen worden gedaan. Dan kan volgens Brasseur ook beter worden gekeken of deze stijging van het aantal grijze zeehonden een trend is.
Lees ook:
Zeehondenonderzoek vanuit een “vliegende limousine”
‘Geen aanwijzing voor massale zeehondensterfte’
Meer zeehonden, minder vis in Waddenzee