Foto: Maarten Zeehandelaar/Shutterstock.com/Guy Ackermans
Onlangs debatteerde de Tweede Kamer over het al dan niet aanbieden van excuses voor het slavernijverleden van Nederland. Er is door politici in het verleden reeds ‘diepe spijt en berouw’ getoond, maar tot echte excuses is het nooit gekomen. Ik vond dit nogal frappant en ik vroeg me af wat excuses voor gebeurtenissen in het verleden eigenlijk voor betekenis hebben vandaag de dag?
Volgens premier Rutte is er wel degelijk sprake van racisme in Nederland, maar hij wil mensen niet zomaar wegzetten als racist, of in ieder geval voorkomen dat mensen dat gevoel krijgen. Daarom is hij bang dat het aanbieden van excuses voor de slavernij, die al bijna 160 jaar geleden is afgeschaft, de maatschappij zou polariseren. Je zou je kunnen afvragen wat mensen tegenwoordig niet zou kunnen polariseren, maar dat terzijde.
Mensen vragen of ze racist zijn in plaats van vragen of mensen racisme ervaren, lijkt niet de juiste invalshoek.
Voorgesteld is om het jaar 2023 het nationale herdenkingsjaar van de slavernij te maken (de slavernij is dan precies 160 jaar geleden afgeschaft). Excuses aanbieden voor iets wat plaats heeft gevonden in het verleden kan worden gezien als onzinnig omdat er aan wat er gebeurd is, niets meer kan worden veranderd. Het dient dan slechts als een gemakkelijk politiek goedmakertje voor gemaakte fouten.
Toch denk ik dat het aanbieden van excuses een doel kan dienen in het huidige debat. Het aanbieden van excuses doet namelijk blijken van een oordeel. Zeggen dat het je spijt dat de slavernij heeft plaatsgevonden, verandert niets aan de geschiedenis, maar laat wel blijken dat met een hedendaags tijdsbesef deze daden worden afgekeurd. Het vraagt om een kritische reflectie en overdenking van het heden. Want hoe kunnen onze blanke parlementsleden nou echt weten of er racisme plaatsvindt? Of hoe kunnen zij beoordelen of excuses bijdragen aan de erkenning van het ervaren van racisme?
In het debat is ook gezegd ‘dat we echt geen probleem hebben’ (woorden van een blanke mannelijke politicus) en dat uit Europees onderzoek blijkt dat Nederland bovenaan staat wat betreft acceptatie van mensen met een andere etniciteit. Mensen vragen of ze racist zijn in plaats van vragen of mensen racisme ervaren, lijkt niet de juiste invalshoek voor deze kwestie. Dat veel mensen zeggen dat ze diversiteit accepteren zegt net zomin iets over de praktijk als dat onze grondwet zegt dat iedereen gelijk is.
Er moet ten eerste ervanuit worden gegaan dat er een probleem is. Racisme zit in vele segmenten van de samenleving en is vaak onbewust. Je hoeft geen zelf-erkend racist te zijn om toch bij te dragen aan racistische structuren in onze maatschappij. Vraag, luister naar verhalen, wees kritisch op jezelf en op de samenleving, zoals ook de oppositie aandroeg in het debat.
De politiek moet niet blind kiezen voor de weg van de minste weerstand door het achterwege laten van het aanbieden van excuses, het erkennen van het verleden en het overdenken van het nu. Grijp juist de kans, nu de huidige gebeurtenissen een prachtige aanzet geven tot een nieuw debat. Vooralsnog wachten we voor dát debat nog maar even tot 2023.
Livia Franssen is tweedejaars bachelorstudent Milieuwetenschappen en woont op Droef.