©Martin Herold
Wat doet WUR op de klimaatconferentie?
‘Ik ben blij dat WUR dit jaar een vrij grote delegatie heeft op de klimaatconferentie. Er zijn docenten van verschillende kenniseenheden, met mensen die werken aan klimaatverandering in relatie tot landbouw en bossen en aan het klimaatbeleid. WUR is betrokken bij meer dan tien bijeenkomsten op en in de zijlijn van de conferentie. Ik verheug me op de bijeenkomst over bos en landbouw op donderdag, wanneer ook bestuursvoorzitter Louise Fresco ons vergezelt in Madrid. Er zijn ook Wageningse MSc-studenten die het secretariaat van de VN-conferentie ondersteunen bij hun dagelijkse werk.’
Wat staat er op het spel?
‘De belangrijkste opgave is om het Parijse klimaatakkoord in praktijk te brengen. Daarbij gaan we zeker debatteren over de rol van bossen en landbouw om dat akkoord te halen. Ik verwacht pittige discussies over de handel in CO2-emissierechten, de marktinstrumenten en wetgeving om de opwarming tegen te gaan en de financiering van die maatregelen. Volgend jaar moeten alle landen hun aangepaste klimaatplannen af hebben. Op deze conferentie wordt duidelijk hoe ambitieus de plannen van de deelnemers zijn en hoe snel ze die willen invoeren. Ik hoop dat de conferentie hiermee ook richting geeft aan de onderzoekagenda van WUR.’
Hoe speelt de wetenschap een rol in Madrid?
‘Er komen discussies over de transparantie van het klimaatbeleid en over de kwaliteit van de metingen en rapporten op het gebied van broeikasgassen. Hier kan ons onderzoek om beter gebruik te maken van onderzoeksgegevens in het klimaatbeleid een rol spelen. We gaan dit zeker aan de orde stellen in verschillende discussiepanels. We bespreken meerjarige klimaatgegevens in het landgebruik en hoe verbeteringen van deze datasets de modellering en voorspellingen van de klimaatverandering kunnen verbeteren. Tot slot ben ik benieuwd hoe de discussie gaat verlopen over de nationale rapportage van de broeikasgasemissies. Ik was hoofdauteur van een IPCC-rapport hierover, waarin we verbeteringen voorstellen. Die gaan we bespreken met de VN-landen.’