©WUR
De Europese landbouw wil meer produceren met minder hulpbronnen, stelt de Europese Commissie, en dus wil de EU de agrofoodsector digitaliseren. Precisielandbouw moet leiden tot gebruik van minder kunstmest en bestrijdingsmiddelen; robots moeten de arbeidstekorten in de land- en tuinbouw verhelpen. Hoe gaat het programma agROBOfood, dat dit jaar van start gaat, daaraan bijdragen? Door kennisinstellingen en innovatiehubs aan elkaar te koppelen, zegt projectleider Janneke de Kramer. Omdat zij een nieuwe baan heeft gevonden, neemt WUR-collega Kees Lokhorst deze maand de coördinatie van dit Europese project van haar over.
Laatste stap
AgROBOfood is geen onderzoeksproject, benadrukt De Kramer. Doel is om een netwerk van kennisinstellingen en bedrijven te organiseren die elkaar gaan helpen om de toepassing van robots in de land- en tuinbouw te versnellen. Neem de komkommerplukrobot. Daar is een prototype van. De vraag nu is: welke Europese regio’s willen deze robot introduceren? Hoe financier je de productiefaciliteit en hoe vermarkt je de plukrobot? ‘We hebben een laatste stap nodig zodat de plukrobot commercieel aantrekkelijk wordt’, stelt Lokhorst. ‘Dat vereist dat de robot sneller plukt en een hoger percentage komkommers vindt, maar ook een internationale marktafzet. Steeds gaan productvernieuwing en marktontwikkeling hand in hand.’
Veiligheid
Er zijn al veel robots in de land- en tuinbouw geïntroduceerd, zoals de melkrobot en robots die potplanten verzorgen. ‘Bij die robots komen de dieren en planten naar de robot toe, terwijl we nu werken aan bewegende robots die naar planten of dieren toe gaan. Die vergen extra ontwerpeisen, zoals een nauwkeuriger herkenning en meer veiligheidseisen. Zo zijn er al schoffelrobots, maar toch zit nog een akkerbouwer op de machine, ter controle. ‘De schoffel rijdt in open terrein. Daar kunnen kleuters en honden rondlopen, dus daar gelden strenge regels’, zegt Lokhorst.
Fruitbomen
Het project kijkt ook naar aanpassingen aan gewassen om beter gebruik te kunnen maken van robots. Bijvoorbeeld schuin geteelde fruitbomen, zodat de appels vanuit een tweedimensionaal vlak eenvoudiger door robots geplukt kunnen worden. De robotontwikkelaars in de landbouw gaan daarbij leren van hun collega’s die robots ontwikkelen in de gezondheidszorg, de infrastructuur (denk aan robots die energieleidingen, dijken en bruggen onderhouden) en de smart industries. Naast Wageningen participeren de universiteiten uit Eindhoven en Delft in het project. Ook Startlife, dat jonge kennisbedrijven ondersteunt, is deelnemer. Het netwerk wil namelijk ook investeerders in startups en testlocaties in Europa regelen.
En robotica-onderzoek? ‘Wij organiseren het Europese robotica-netwerk’, zegt De Kramer. ‘De deelnemers kunnen daarna vanuit het netwerk onderzoeksvoorstellen indienen bij de EU.’