© Linda Tonk
De vier baby-oesters werden gevonden tijdens een duikexpeditie van Stichting Duik de Noordzee Schoon. Onderzoeker Linda Tonk van Wageningen Marine Research is er opgetogen over.
Beschuit met muisjes bij
Wageningen Marine Research?
‘We waren zeker blij. Voor het eerst zijn broedjes aangetroffen. Waarschijnlijk zijn het nakomelingen van de 80.000 platte oesters die in mei 2018 zijn uitgezet in het gebied de Borkumse Stenen, even ten noorden van Schiermonnikoog. Dat is een proejct van het Wereld Natuurfonds en ARK Natuurontwikkeling in samenwerking met ons. De oesters planten zich aan het begin van de zomer voort, dus we hoopten al dat er baby’s zouden zijn. Waarschijnlijk zijn het er meer dan de vier die nu zijn aangetroffen, maar uitgebreidere monitoring is nodig om dat te onderzoeken.’
Keert het tij voor de platte oester?
‘In de vorige eeuw was zo’n twintig procent van de Noordzeebodem begroeid met oesters. Maar op een gegeven moment zijn die bijna allemaal verdwenen, voornamelijk door overbevissing en ziektes. Dat de uitgezette oesters zich nu voortplanten is een hoopvol resultaat. We hopen dat ze de winter doorkomen en dat er volgend jaar meer aanwas is van jonge oesters. Als er voldoende aanwas is, kan de oesterbank zichzelf in stand houden, dat is een belangrijk onderdeel van dit experiment.’
Waarom is het belangrijk dat de platte oester terugkomt?
‘Oesterbanken vervullen belangrijke ecosysteemdiensten; ze zorgen voor meer diversiteit en reguleren de waterkwaliteit. De bodem van de Noordzee bestaat met name uit zand, maar de oesterbanken bieden hard substraat. Daarop kan van alles leven, zoals kreeftjes, krabben en anemonen. Daarnaast zijn het kraamkamers voor bijvoorbeeld haaien en roggen die daar hun eieren leggen, en zijn het vluchthavens voor kleine visjes die zich er kunnen verschuilen. Dit biedt weer mogelijkheden voor roofvissen en zeevogels,die aangetrokken worden omdat ze er juist goed kunnen jagen. Op die manier dragen de oesterbanken bij aan een rijkere en gezondere Noordzee.’