Universitair docent Sjoukje Osinga gaat in Resource schrijven over onderwijs, informatica en wat haar verder opvalt in het Wageningse universiteitsleven.
Osinga is universitair docent bij de Information Technology Group in de Leeuwenborch. ‘Bij de sociale wetenschappen dus. Best een gekke positie voor informatica, maar in Wageningen hoor je nou eenmaal bij plant, dier, voeding, omgevingswetenschappen of de sociale wetenschappen. Eigenlijk hoort informatica natuurlijk overal bij.’
Varkens
Na opleidingen in artificial intelligence en cognitive science in Groningen en Leuven, kwam Osinga in 1991 in Wageningen terecht. ‘Ik was nog niet eens afgestudeerd maar ik kon hier al aan de slag als universitair docent. Het was een heel andere tijd. Er was nog geen tenure track en nog bijna niemand in de groep was gepromoveerd, ook omdat informatica toen nog een relatief nieuw vakgebied was.’
In 2015 promoveerde Osinga alsnog met een proefschrift over agent-based modelling, oftewel het modelleren van het beslisgedrag van mensen en de kennis die ze daarvoor gebruiken. Ze gebruikte daarbij voorbeelden uit de varkensketen in China, die ze onderzocht toen ze er in 2006 met man en drie kleine kinderen een half jaar woonde.
Big data
De laatste jaren is Osinga betrokken bij onderzoek op het gebied van big data. ‘Met name over wat er nodig is om problemen en oplossingen dichter bij elkaar te brengen. Er gebeurt van alles op technologisch gebied, je kunt steeds meer doen met big data en data science. Maar er zit nog een groot gat tussen wat er in theorie mogelijk is en hoe bruikbaar daadwerkelijke toepassingen zijn voor degenen die er baat bij hebben en ermee willen werken.’
Vooral docent
‘Toen ik in Wageningen begon, stortte ik mij volledig op onderwijs’, vertelt Osinga. ‘Het is hartstikke leuk om met studenten te werken. De laatste jaren ben ik meer onderzoek gaan doen en publiceren. Dat geeft een kick. Maar in mijn hart ben ik vooral docent.’
Osinga groeide op in Friesland. ‘Ik heb een Friese naam en een Friese man. We wonen al dertig jaar in Wageningen, maar thuis spreken we Fries. Onze kinderen zijn hier opgegroeid, maar zij spreken dus ook vloeiend Fries’. In haar vrije tijd zingt Osinga in het Wageningse kamerkoor Musica Vocale. Ook schrijft ze met regelmaat. ‘Maar nooit voor media. Wel veel korte verhaaltjes, persoonlijk of voor het koor.’
Voor haar Resource-columns heeft ze al een behoorlijk arsenaal aan ideeën. ‘Vooral in relatie tot onderwijs kan ik een heleboel verzinnen om over te schrijven. En bijvoorbeeld over de relatie tussen de universiteit en de stad: nu de aula is verhuisd naar Omnia, verdwijnt WUR steeds meer uit het Wageningse straatbeeld. De campus is mooi, maar is het niet een te gesloten cocon?’ Ook de rol van informatica in de samenleving kan een onderwerp zijn voor Osinga’s columns.