Kiezen tussen mens en neushoorn

De strijd tegen stroperij is een strijd tegen ongelijkheid.
Een parkwachter beschermt de neushoorns in een Nationaal Park in Zambia. Foto: ANP

‘Zolang er armoede is, is de neushoorn een verloren zaak,’ zegt Herbert Prins, emeritus hoogleraar Resource Ecology. WUR ontwikkelt een nieuwe techniek om stropers op te sporen, maar natuurbescherming is bovenal een sociaal vraagstuk. Techniek alleen is niet de oplossing.

‘Je wilt criminaliteit voorkomen, niet bestrijden, dat is een fundamenteel verschil’, stelt Herbert Prins. Tot 2019 was hij hoogleraar Resource Ecology (nu Wildlife Ecology and Conservation geheten). Hij is inmiddels gepensioneerd, maar nog steeds actief in het veld. ‘De meeste stropers zijn mensen zoals jij en ik, geen criminelen.’ Zijn verklikkertechnologie is een nieuw geweldloos systeem dat stropers opspoort, hopelijk voordat ze een neushoorn of olifant doodschieten. Kuddedieren zoals zebra’s en impala’s worden uitgerust met zenders. Aan de hand van het gedrag van deze dieren kan de onderzoeker de stropers lokaliseren (zie kader).

Impala te koop

De Zuid-Afrikaan Bradley Schroder promoveerde aan Wageningen Universiteit (op ander onderzoek) en is nu senior projectmanager van het Limpopo National Park in Mozambique, dat grenst aan het Kruger National Park in Zuid-Afrika. Hij was betrokken bij de veldproef met gezenderde kuddes in Welgevonden Game Reserve. ‘Het is een grote stap voorwaarts, hoewel ik vermoed dat het voor grote parken financieel niet haalbaar is.’ Welgevonden is 38 duizend hectare groot, Limpopo meer dan een miljoen hectare.

Het verklikkersysteem (ook wel sentinel genoemd) hoeft niet duur te zijn, legt Prins uit. ‘Als je de zenders koopt bij gespecialiseerde ecologische onderzoekwinkels betaal je de hoofdprijs, maar Afrikaanse boeren gebruiken ook zenderhalsbanden voor hun koeien. Die zijn net zo goed.’ Kuddedieren zijn ook te koop, althans in Zuid-Afrika: ‘Op veilingen kun je zebra’s en impala’s kopen. Een impala kost ongeveer 72 euro. Je koopt een kudde, geeft ze een zendertje en zet ze uit in een park.’ In landen als Kenia en Tanzania is zo’n wildmarkt er niet, en moet je dieren in het veld verdoven en zenderen. Daar komt een dierenarts bij kijken en ook een hogere prijs. Of de techniek duur is, hangt wat hem betreft uiteindelijk af van de prijs van een neushoorn. ‘We willen voorkomen dat ze uitsterven, hoeveel is ons dat waard?’

We willen voorkomen dat ze uitsterven, hoeveel is ons dat waard?

Duurzaam samenleven?

Binnen de parkgrenzen van Limpopo wonen enkele duizenden mensen, met zo’n 15 duizend stuks vee. Het gaat om acht gemeenschappen, die Schroder als projectleider wil hervestigen buiten het gebied. ‘De mensen hebben vee en landbouw op de vruchtbare grond in het park, precies waar ook de wilde dieren het liefst grazen en waar de toeristen naartoe willen. Toeristen betalen geen fortuin om vee en maïs te zien. We verplaatsen de gemeenschap, geven ze een huis, een stuk land voor irrigatie en andere voordelen buiten het park. Pas dan kunnen we de neushoorn herintroduceren en het toerisme in het park op gang brengen.’ Tot nu toe zijn er vijf gemeenschappen verhuisd.

Willen de mensen echt weg? Schroder: ‘De meesten van hen willen graag verhuizen en dit is een vrijwillig hervestigingsproces volgens de normen van de Wereldbank. Ze zijn beter af buiten het park en krijgen compensatie voor dingen die ze achterlaten, zoals fruitbomen. Wij helpen hen verhuizen. Samen met de regering bouwen we kerken, gezondheidscentra en scholen, dat kunnen we niet in het park doen.’

Dit is een vrijwillig hervestigingsproces volgens de normen van de Wereldbank

Bram Büscher, hoogleraar bij Sociologie van Ontwikkeling en Verandering, ziet technologie niet als de oplossing. ‘Het hangt heel erg af van de sociale context. In de meeste Afrikaanse wildparken gaat natuurbehoud hand in hand met sociale ongelijkheid en onrechtvaardigheid.’ Hij ergert zich aan de aanpak van parkbeheerders als Schroder. Deze vorm van natuurbehoud heeft volgens hem veel neokoloniale trekjes. ‘Wie zijn wij als blanken of westerlingen om lokale mensen te vertellen hoe en waar ze moeten leven?’ Hij wijst op veel onderzoek waaruit blijkt dat gemeenschappen in het Limpopo park in Mozambique niet graag vrijwillig vertrekken.

Büscher pleit voor een nieuwe visie op een samenleving van mensen met wilde dieren die niet langer uitsluitend gericht is op economische groei. Deze zogenoemde ‘convivial conservation’ pleit onder meer voor een basisinkomen voor gemeenschappen in en rond natuurparken. In Zuid-Afrika, maar ook in andere landen, loopt al een project om dit idee te verkennen. ‘Het basisinkomen kan komen van overheden, internationale organisaties en door herverdeling. Waar het om gaat is dat het nodig is om historische onrechtvaardigheden aan te pakken en een dialoog te voeren over nieuwe ideeën om natuur te beschermen.’

Niet de oplossing

Prins vindt relocatiepraktijken zoals in Limpopo onwenselijk, maar een harmonieus samenleven van mensen en neushoorns acht hij evenmin realistisch. ‘Het is romantische onzin, een valse nostalgie. Het is keer op keer gebleken dat het niet werkt, zolang er ongelijkheid is. Mensen rond de parken leven vaak in honger en armoede, ze moeten overleven. Ze ploegen delen van het park om, en schieten een olifant neer als die het dorp binnenkomt. En geef ze eens ongelijk, als zo’n dier je moeder of kind doodt.’

Harmonieus samenleven van mens en neushoorn is ‘romantische onzin, een valse nostalgie’

Volgens Prins is deze ongelijkheid niet overal aan te pakken. Het is beter om lokaal te werken aan gelijkheid en mensen aan een baan te helpen, stelt hij. ‘In wildpark Welgevonden werken zevenhonderd mensen in natuurbehoud en toerisme. De mensen krijgen een middenklasse salaris. Daardoor geef je de lokale bevolking een belang bij de bescherming van de dieren.’ Welgevonden wordt bewaakt met drie schilden, legt Prins uit: ten eerste de sentineldieren, de technologie, ten tweede informanten uit de dorpen, en tenslotte worden rond het park alle toegangswegen gecontroleerd door bemande slagbomen in een straal van twintig kilometer, met cameratoezicht tot honderd kilometer. De politie staat paraat voor verdachte meldingen. Prins: ‘Deze camera’s maken het gebied ook veiliger voor de lokale gemeenschappen. Er is minder inbraak, diefstal en verkrachting.’

Tijd rekken

Prins staart zich niet blind op de technologie. ‘Misschien werkt het niet goed genoeg en komen we erachter dat het beter is om gewoon alle toegangswegen met camera’s te surveilleren. Dat is jammer voor de wetenschap, maar uiteindelijk gaat het erom dat we iets vinden dat werkt in de bescherming.’

De neushoorn gaat uitsterven, daar kunnen we niet omheen

‘Ik ben realistisch’, zegt Prins. ‘Je ziet dat sommige landen en parken de neushoorn opgeven, bescherming lukt niet. Oeganda gaat het Murchison Falls National Park waarschijnlijk schrappen, er is toch geen houden meer aan vanwege de olie- en gasontwikkeling. De bewoners zullen het land omploegen en op het wild jagen. In Kruger National Park zullen we waarschijnlijk de neushoorn verliezen. De neushoorn gaat uitsterven, daar kunnen we niet omheen. Maar ik kan tijd rekken, hopelijk dertig jaar.’ De Afrikaanse bevolkingsgroei zal naar verwachting in 2050 een piek bereiken. De welvaart groeit, de armoede verdwijnt. Dat zie je nu al in Nairobi en diverse andere steden, aldus Prins. Dan zal de houding ten opzichte van de natuur veranderen. Is hij dan toch optimistisch? Hij lacht: ‘Daarom zeg ik ook dertig jaar.’

Sentineldiertechnologie
Het verklikkersysteem is bedacht door Herbert Prins en ontwikkeld door onderzoekers van de vakgroep Wildlife Ecology and Conservation in samenwerking met technologiebedrijf IBM. Het werd getest met gezenderde zebra’s, impala’s, gnoes en elandantilopen in Wildpark Welgevonden in Zuid-Afrika, waar rangers het gedrag van stropers te voet en per auto nabootsten. Een tweede veldproef is nu aan de gang in Tsavo National Park in Kenia. De Keniaanse promovendus Moses Lekishon Kenana van WUR doet onderzoek in Tsavo. Naast prooidieren (zebra en Coke’s hartenbeest) heeft hij ook vijf leeuwen en vijf hyena’s gezenderd. De vraag is of zebra’s en hartenbeesten anders reageren op deze roofdieren dan op stropers. Kenana is ook parkwachter. ‘Ik zie deze technologie als een extra onderdeel van de gereedschapskist tegen stroperij, maar er is niet één oplossing.’

Lees ook:

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.