Opnieuw verscheen een IPCC-rapport dat de urgentie van klimaatactie onder de aandacht brengt, maar de toon verandert. ‘Het tijdvenster om in te grijpen (window of opportunity) is zich aan het sluiten.’ Er komt meer nadruk te liggen op klimaatadaptatie: leren leven met de gevolgen van klimaatverandering. In sommige gevallen is er geen weg meer terug, zegt Robbert Biesbroek (Bestuurskunde), coauteur van het rapport.
Het nieuwste IPCC-rapport laat volgens coauteur Robbert Biesbroek zien dat actie ondernemen steeds urgenter wordt. ‘Het tijdvenster om in te grijpen – window of opportunity – wordt steeds kleiner. Dat vergt inzet op mitigatie – het tegengaan van klimaatverandering.
Aanpassen
Tegelijkertijd wordt adaptatie – aanpassen – steeds noodzakelijker. Hoe minder we mitigeren, hoe meer we moeten adapteren.’ We zullen ons moeten aanpassen aan de gevolgen van klimaatverandering zoals overstromingen en lange perioden van droogte. ‘Maar,’ zegt Biesbroek, ‘er zit een limiet aan adaptatie, dus mitigatie moet centraal blijven staan.’
De tijdsdruk zit hem niet alleen in het uitdenken van plannen, maar ook het realiseren ervan. Biesbroek: ‘De uitvoering van maatregelen kost tijd: de aanleg van een nieuw dijkensysteem, de aanplant van mangrovebos als natuurlijke kustbescherming, de veredeling van droogteresistente gewassen. We moeten sneller maatregelen doorvoeren omdat het realiseren ervan sowieso een paar jaar duurt.’
Onomkeerbaar
Hoeveel tijd hebben we nog? Biesbroek noemt geen getal, maar wijst op de risico’s die het rapport noemt. ‘Sommige ecosystemen zitten al tegen hun natuurlijke limiet aan, bijvoorbeeld warmwaterkoraalriffen, laaggelegen kustgebieden en eilandengroepen, zee-ijsecosystemen in het Arctische gebied of ecosystemen in Zuid-Europa. De kantelpunten in die systemen zijn we rap aan het bereiken.’
Zelfs een tijdelijke overschrijding van de 1,5 graad opwarming, overshoot, zorgt al voor ernstige en mogelijk onomkeerbare gevolgen. ‘Als de temperatuurstijging zo hoog is dat ecosystemen afsterven of diersoorten uitsterven, dan kun je na een periode van overshoot wel terugkeren naar minder dan 1,5 graad, maar de ecosystemen zijn dan onomkeerbaar beschadigd of bestaan gewoon niet meer.’
Verkeerde keuze
Het is een sombere boodschap, maar Biesbroek wordt niet moedeloos. ‘Het rapport geeft vooral een overzicht van de literatuur, de toon van het rapport is een weerspiegeling daarvan. Dat wil niet zeggen dat er geen hoop is. We zien ook positieve ontwikkelingen waar maatregelen effect hebben.’ Wel moeten we de juiste maatregelen nemen. Het rapport waarschuwt voor een groeiend aantal maladaptaties – slechte aanpassingen.
Alleen inzetten op dijkverhoging is riskant. Als de dijk dan breekt, is de schade enorm
Landen kiezen voor snelle oplossingen die op lange termijn meer risico geven. Nederland zet veel in op het verkleinen van overstromingsrisico’s. Biesbroek: ‘Alleen inzetten op dijkverhoging is riskant. Als de dijk dan breekt, is de schade enorm. Je kunt beter kiezen voor een langetermijnplan met een divers palet aan maatregelen, daarmee bouw je een breder vangnet in.’
Pandemie als kans
Vooral in de steden moet de transitie plaatsvinden, stelt Biesbroek. ‘Zeker als we het hebben over klimaatimpact op de mens.’ Het grootste deel van de wereldbevolking woont in de stad en veel gevolgen van klimaatverandering gaan we daar voelen: hitte, overstromingen en ongelijkheid.
Volgens Biesbroek biedt de coronaherstelperiode een kans om de transitie te maken naar een klimaatbestendige stad, maar hij vindt het te vroeg om te zeggen of overheden die kans ook grijpen. ‘De herstelplannen, zeker met de steun van de Europese Unie, bieden veel mogelijkheden. Maar veel hangt af van het doorzettingsvermogen van de politiek, van daadwerkelijk geld toekennen en aan de slag gaan. De tijd van afwachten is echt voorbij.’
Ik denk dat zonder een kritische blik op de westerse levensstandaard, de juiste adaptatie volledig de mist in loopt.
Elke dag met de auto naar werk (honderden kilometers naar werk), met gas je huis lekker warm stoken, een paar keer per jaar het vliegtuig in en dagelijks rund/varken op het bord. Dat daarmee klimaatdoelen nagenoeg onhaalbaar zijn.
Iets meer dan 100 jaar geleden was het niet denkbaar dit met de auto te doen, pas vanaf de jaren ’70 zijn commerciele vluchten voor jan met de pet een ding en de industriele veeteelt is ook maar iets van na de tweede wereldoorlog. Waar blijft de kritische blik op onszelf, op ons eigen gedrag? Technologie kan ons helpen, maar het is geen allesomvangende totaaloplossing…
Het probleem is dat onze economie is gebaseerd op Economische Groei.
Maar oneindige (economische) groei op een aarde die niet meegroeit is niet mogelijk.
Voor de economie is het goed om veel te produceren en te consumeren.
Als echter de wereldbevolking blijft groeien (met 200.000 mensen per dag) en die mensen ook nog eens steeds meer gaan consumeren heeft dit tot gevolg dat er meer (voedsel) moet worden geproduceerd, er dus meer landbouw en industrie nodig is en er nog minder natuur overblijft, met als gevolg nog meer vervuiling (CO2) en minder biodiversiteit.
In 1800 waren we met 1 miljard mensen op aarde, nu met bijna 8 miljard.
Hoeveel mensen kunnen er maximaal, duurzaam leven op aarde?
Hoe meer we consumeren per persoon, hoe minder mensen er duurzaam kunnen leven op aarde.
We moeten dus minder gaan consumeren per persoon, of zorgen voor een afname van het aantal consumenten (of een combinatie van beide), om de aarde voor onszelf en andere soorten leefbaar te houden.