De komende dagen tellen Nederlanders massaal de vogels in de tuin of op het balkon voor de nationale vogeltelling. Vogels zoals de gierzwaluw, de koekoek en de tuinfluiter zullen daar niet tussen zitten. Samen met vele andere vogelsoorten trekken zij in de winter naar warmere oorden. Andere vogels, zoals de koolmees en de winterkoning, blijven wel in Nederland. Wat maakt het verschil?
Veel vogels leven van insecten en wormen. ‘Die zijn moeilijk te vinden in de winter, dus trekken ze naar het zuiden op zoek naar voedsel’, zegt Lysanne Snijders, universitair docent Gedragsecologie. Er zijn ook vogelsoorten die niet of minder afhankelijk zijn van insecten. Sommige soorten zijn meesters in verscholen insecten en spinnen opsporen in boomschorsen of onder afdakjes. Andere, zoals koolmezen, schakelen in de winter over op een dieet van zaden. Natuurlijk zijn er ook nog vogels die sowieso geen insecten eten, zoals duiven. Zij hoeven niet zuidwaarts te trekken voor voedsel en blijven dus in Nederland.
Grappig genoeg overwinteren bepaalde vogelsoorten uit het noorden juist in Nederland. ‘Dat zijn bijvoorbeeld ganzen en kepen, vertelt Snijders. ‘Zulke vogels eten gras of zaden, maar in de winter bedekt de sneeuw in Scandinavië dat voedsel.’ Ze trekken dan naar ons land waar het minder sneeuwt en ze meer voedsel tot hun beschikking hebben.
Omdat onze winters zachter worden, trekken sommige vogels niet altijd meer naar het zuiden
Lysanne Snijders, universitair docent Gedragsecologie
Als het zuiden zoveel voedsel te bieden heeft, kun je je afvragen waarom vogels in de zomer dan toch terugvliegen om te broeden. ‘De zomer in het noorden heeft langere dagen waardoor de vogels meer tijd hebben om voedsel te vinden voor hun jongen’, legt Snijders uit. ‘Bovendien leven hier minder roofdieren die het voorzien hebben op hun eieren of jongen.’ Misschien speelt het feit dat er minder ziekteverwekkers zijn in het noorden ook een rol. ‘Daar is de wetenschap nog niet helemaal over uit.’ Toch passen vogels hun migratiegedrag langzaam aan door veranderd klimaat en landgebruik. ‘We zien een trend waarbij vogels uit het Scandinavië vaker in Nederland broeden, zegt Snijders. Het trekgedrag kan vooral snel veranderen bij soorten waarbij migratie is aangeleerd en niet aangeboren, zoals bij de brandgans. ‘Omdat onze winters zachter worden, trekken vogels niet altijd meer naar het zuiden.’ Een risico daarbij is wel dat als we toch een strenge winter krijgen, de beestjes het niet overleven.