Elke avond is kroegavond in Bolzano. En voor de meeste Italianen begint de avond kennelijk al rond lunchtijd. Bij ieder barretje waar je langs fietst, of het nu weekend is of doordeweeks, zie je de Zuid-Tirolers genieten van het goede leven. Wat ze hier echter niet echt kennen, zijn goeie nachtclubs. De paar clubs die er zijn, kunnen maar mondjesmaat open door corona.
Maar ach, wat ze niet hebben aan uitgaansleven, maken ze goed in buitenleven. Hiken kun je hier fantastisch. Er zijn talloze bergpaden waarvan je het begin kunt bereiken met het openbaar vervoer. Dat is hier meer dan prima geregeld. Als student kun je een ov-pas kopen waarmee je onbeperkt kunt reizen in heel Zuid-Tirol.
Ideaal: in je lunchpauze even met de skilift op en neer wil naar een van de vele bergmeertjes
Naast de trein en bus, kun je hier ook de funivia nemen, een kabelbaan die je vanuit het dal van Bolzano naar de dorpjes in de bergen brengt. Deze uit de kluiten gewassen skiliften brengen je binnen tien minuten op 1200 meter hoogte. Ideaal als je in je lunchpauze even op en neer wil naar een van de vele bergmeertjes.
Daarnaast ben je in Bolzano jaarlijks gezegend met zo’n 3000 zonuren, wat neer komt op ongeveer 300 zonnige dagen. In Nederland kom je tot net over de helft van dit aantal. De vele zonnige dagen maken dat je ook in de koudere herfstmaanden nog prima kunt hiken. Zo hebben we bij de kennismaking van de faculteit twee uur in de bergen gewandeld (zie foto). Er zijn denk ik niet veel betere manieren om elkaar te leren kennen.
Dit weekend maakte ik een wandeling rond Merano, een idyllisch mediterraans dorpje aan de voet van de Dolomieten. Rugzak mee met een warme trui, een Tupperware bakje met pasta carbonara en m’n laptop. Op een picknicktafel bij een houten blokhutje typte ik deze column. Vorige reizigers hebben met een scherp takje populaire backpack quotes in de spijlen van de tafel gekerfd, als een soort natuurlijk alternatief voor graffiti. Not all those who wander are lost lees ik.
Na het schrijven en twintig minuutjes mediteren, pakte ik m’n dichtschriftje erbij en probeerde ik de omgeving in een paar zinnen te vangen: Als ik in mijn linkerhand een kwast zou hebben, zou men zo geloven dat de innemend blauwe rivier een rechtstreeks resultaat is van een soepele polsbeweging. En als ik van mijn rechterhand mijn vingers zou krommen, zou men zo geloven dat ik de feilloos aangelegde wijnranken zonet zelf netjes heb aangeharkt. Deze plek maakt me dromerig…
Oscar Delissen is vierdejaars student Levensmiddelentechnologie en studeert aankomend half jaar in Bolzano, Italië.