Landbouwproductie in Europa daalt door Farm to Fork-strategie

Twee Wageningse impactstudies beoordelen hoe duurzaam Europees landbouwbeleid de opbrengsten beïnvloedt.
Foto Shutterstock

Het duurzame landbouwbeleid van de Europese Commissie, Farm to Fork, leidt tot lagere opbrengsten, prijsstijgingen, minder export en meer import van voedsel in Europa. Dat blijkt uit onderzoek van Wageningen Economic Research in opdracht van de belangenorganisaties CropLive Europe en Copa-Cogeca. 

De Europese Commissie wil het gebruik van bestrijdingsmiddelen in de landbouw halveren, het gebruik van kunstmest en stikstof terugdringen en het aandeel biologische landbouw laten groeien tot 25 procent. De maatregelen zijn bedoeld om klimaatverandering en verlies van biodiversiteit tegen te gaan.

10 gewassen

WUR onderzocht de economische gevolgen van het Farm to Fork-beleid in opdracht van CropLive Europe, de vereniging van gewasbeschermingsbedrijven. De onderzoekers voerden casestudies uit op 25 boerenbedrijven in Europa en beoordeelden de gevolgen van het beleid voor 10 gewassen, waaronder tarwe, mais, suikerbieten, tomaten, olijven, appels en druiven. Ook rekenden ze het effect op de opbrengsten door van 50 procent minder gewasbescherming; 20 procent minder kunstmest; 25 procent biologische landbouw en 10 procent bloemrijke akkerranden.

Productiedaling

De maatregelen leiden tot een gemiddelde productiedaling van 10 tot 20 procent in de EU, concluderen de onderzoekers. In de appelteelt leiden minder bestrijdingsmiddelen en kunstmest tot nóg lagere opbrengsten en zelfs tot kleinere vruchten en aangetaste schillen. En graan blijkt vatbaarder voor ziekten en plagen. Hierdoor daalt de productie en moet Europa, bij gelijkblijvende vraag, meer voedsel importeren.

Een alternatief is dat de EU meer openstaat voor nieuwe veredelingstechnieken, bijvoorbeeld om meer resistente gewassen te ontwikkelen, zodat de opbrengsten intact blijven terwijl het gebruik van bestrijdingenmiddelen daalt, stelt de impactstudie.

Veehouderij

Andere wetenschappers van Wageningen Economic Research onderzochten voor Copa-Cogeca, de vereniging van Europese boeren en boerencoöperaties, de economische effecten van de Farm to Fork-strategie voor de veehouderij. Zij beoordeelden de effecten van onder meer stikstofverliezen en van minder gebruik van kunstmest en bestrijdingsmiddelen op de productie van zuivel, rundvlees, varkens en kippen.

Hun conclusie: het beleid zal leiden tot 10 tot 15 procent kleinere veehouderij in Europa, vooral als gevolg van de doelstelling om de stikstofemissies te halveren. Daarvoor moet de mestproductie omlaag en de veestapel kleiner. Verder stijgen de voerprijzen vermoedelijk, maar deze en andere kostenstijgingen zijn lastig te kwantificeren. Al met al dalen de inkomsten van de boeren en daardoor ligt een vrijwillige deelname van veehouders aan het Farm to Fork-beleid niet voor de hand, stelt dit onderzoek.

Inkomens

Een scenariostudie geeft aan dat met name het inkomen van de zuivelboeren fors zal dalen, tot mogelijk 20 procent. Daarentegen zullen de inkomsten in de kalver-, varkens- en pluimveesector stijgen, vanwege de verwachte stijging van de vleesprijzen. Maar als de vleesprijzen minder stijgen en de melkprijzen meer, pakken de duurzaamheidsmaatregelen even goed/slecht uit voor de vleessector als voor de melkveesector. Een uitgebalanceerd subsidiestelsel kan de nadelige effecten van de Farm to Fork-strategie op de veehouderij beperken, adviseren de onderzoekers.

Kritiek

Actiegroepen en linkse politici hebben kritiek geuit op de twee studies. Volgens Europarlementariër Bas Eickhout dient het onderzoek ‘vooral de belangen om alles bij het oude te houden’ en gaat de studie volledig voorbij aan de voedseltransitie die nu gaande is.

Onderzoeker Roel Jongeneel, betrokken bij beide studies, weerspreekt dat het een lobbydocument is. ‘We hebben dingen uitgezocht. De eerste studie, voor CropLife Europe, is een langdurige en diepgravende studie, waarin via casestudies onderzoek is gedaan naar het gedrag van boeren en waarin allerlei mogelijke bijeffecten van de maatregelen zijn meegenomen. Zo hebben we op bedrijfsniveau gekeken of boeren alternatieven hebben als de gewasbescherming wordt gehalveerd. De tweede studie, voor Copa-Cogeca, is een kortlopende, minder diepgravende studie, vooral gebaseerd op literatuur. Daar kijken we met name naar de inkomenseffecten van de maatregelen bij boeren.’

Opdrachtgevers

De studies verschillen van karakter door de verschillende vragen van de opdrachtgevers, legt Jongeneel uit. ‘CropLife wilde meer weten over de impact op sectorniveau; Copa-Cogeca wilde vooral de effecten op de boereninkomens weten. We hebben niet de ecologische voordelen van het Farm to Fork-beleid onderzocht.’ Hij weet niet of de opdrachtgevers blij zijn met de uitkomsten. ‘Als wij concluderen dat dit beleid in de helft van de gevallen goed kan uitpakken voor de inkomenspositie van veehouders, dan weet ik niet of Copa-Cogeca blij is met zo’n genuanceerde conclusie. De uitkomsten zijn mogelijk positiever dan ze dachten.’

Lees ook:

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.