Foto WUR De WUR Council stemt voorlopig nog niet in met het strategisch huisvestingsplan van de raad van bestuur. De besluitvorming over dit plan wordt zes weken uitgesteld.
Het plan voorziet in thuiswerken en het delen van werkplekken op de campus. De WUR Council wil garanties dat medewerkers straks niet worden gedwongen om thuis te werken of om een flexplek op de campus te zoeken ver weg van hun kantoor.
WUR heeft, om de personeelsgroei op te vangen, 10.000 vierkante meter extra kantoorruimte nodig. De raad van bestuur wil geen extra kantoren bouwen, maar de bestaande kantoorruimte efficiënter gebruiken. Nu is de bezettingsgraad van werkplekken vaak niet veel hoger dan 40 procent. Door bureaus te delen en doordat veel medewerkers 1 of 2 dagen per week willen thuiswerken, is de personeelsgroei met bestaande kantoren op te vangen, redeneert de raad van bestuur. De kantoren moeten wel worden verbouwd om beter in te spelen op de huisvestingswensen. De raad van bestuur wil dat de kenniseenheden deze inrichtingsplannen gaan maken, omdat die rekening kunnen houden met specifieke wensen van groepen.
Werkplekken delen
De WUR Council wil voorwaarden stellen aan die decentrale inrichtingsplannen. Jelle Behagel, voorzitter van de WUR Council: ‘In het huisvestingsplan staat dat thuiswerken een mogelijkheid is, geen plicht. Maar in de huidige aanpak gaat het bestuur ervan uit dat medewerkers werkplekken gaan delen. Dan wordt er druk op mensen gelegd om thuis te werken. Bovendien kan niet iedereen op dezelfde dag thuiswerken, dat thuiswerk moet worden gespreid. Daardoor kan dit huisvestingsplan bijvoorbeeld invloed hebben op de oppasdag voor de kinderen van de medewerkers en het rooster van de kinderopvang. Dat vinden wij ongewenst.’
Decentraal
De raad van bestuur redeneert dat je dergelijke knelpunten alleen bottom-up, in overleg met de medewerkers, kunt oplossen. Maar dan moet ook de inspraak van medewerkers op decentraal niveau goed zijn geregeld, reageert de WUR Council. Die wil daarom dat de decentrale medezeggenschapsraden advies kunnen geven over de huisvestingsplannen van de kenniseenheden. De raad van bestuur heeft daar bezwaar tegen, omdat dan steeds opnieuw de uitgangspunten van het plan ter discussie worden gesteld.
Bestuur en medezeggenschapsraad praten de komende week verder met elkaar om tot een vergelijk te komen. Behagel: ‘Onze houding is nu: we stemmen alleen in als het huisvestingsplan beter is afgestemd op de wensen van medewerkers en studenten en als de lokale raden voldoende inspraak krijgen.’
