WUR gaat licenties voor vijf patenten op het gebied van CRISPR-Cas gratis beschikbaar stellen aan ngo’s die, op een non-profit basis, de wereldvoedselvoorziening willen verbeteren. Dat maakte bestuursvoorzitter Louise Fresco afgelopen maandag bekend. Dekken die vijf patenten voldoende technologie af zodat ngo’s met deze octrooien daadwerkelijk betere planten kunnen ontwikkelen? Of hebben ze daarbij ook licenties nodig op andere (dure) octrooien?
Dat is niet eenvoudig uit te leggen, zegt de Wageningse octrooideskundige Paul van Helvert. WUR heeft vijf patenten in de zogenaamde ‘Thermo-Cas-familie’. Volgens WUR zijn deze patenten ‘onafhankelijk’, wat inhoudt dat er geen andere patenten nodig zijn om deze technologie toe te kunnen passen. ‘Of je aanvullende technologie nodig hebt, die afgedekt wordt door andere patenten, zal afhangen van de specifieke toepassing’, zegt Van Helvert.
Rechtszaken
Bovendien kan de reikwijdte van een patent veranderen in de verleningsprocedure. Je zult de onafhankelijkheid constant moeten monitoren. Een andere octrooihouder kan er anders over denken en de reikwijdte van de Wageningse octrooien aanvechten; dat kan ook puur om strategische redenen. Rechtszaken tussen octrooihouders komen veel voor bij CRISPR-Cas. Bij deze ‘Thermo-Cas-familie’ zijn nog geen rechtszaken aangespannen, maar dat kan wel gebeuren.
Inschatting
Dat is raar, er zijn toch vijf octrooien verleend? Ook dat ligt complexer. WUR heeft voor de vijf octrooien octrooiaanvragen ingediend in 14 landen, ofwel 70 octrooiprocedures. Dat komt omdat de octrooiwetgeving en verlening van octrooien verschilt in bijvoorbeeld de VS, Europa, India en China. Sommige procedures zijn afgerond, andere lopen nog. Octrooiprocedures duren vele jaren en na al die tijd kan een derde partij het octrooi nog steeds aanvechten. Als je wacht op zekerheid dat het octrooi overal is verleend, is het alweer bijna verlopen. Dus octrooihouders en licentienemers maken een inschatting en gaan op basis van die inschatting een overeenkomst aan, zodat de investering in de verdere ontwikkeling beschermd is.
Kortom: ngo’s kunnen met de vijf Wageningse patenten een verbeterde plant ontwikkelen, los van andere patenten, tot het tegendeel is bewezen.