De jongste cijfers over 2017 laten een daling zien van 20 procent ten opzichte van het jaar ervoor.
Dat blijkt uit Zo doende 2017, het jaarlijkse proefdierenoverzicht van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, en uit eigen cijfers van WUR. De instelling gebruikte in 2017 in totaal 24.284 proefdieren. Driekwart daarvan zijn voor rekening van Wageningen Research.
De universiteit hoort met 6080 proefdieren tot de kleinere gebruikers onder de universiteiten. WUR als geheel daarentegen is na de Universiteit Leiden de grootste gebruiker van proefdieren. Als daar ook de vissen bij worden opgeteld die Wageningen Marine Research vangt voor monitoring van de visstand, is WUR zelfs de grootste verbruiker van dieren voor wetenschappelijk onderzoek en onderwijs. De vismonitoring is een wettelijke onderzoekstaak.
De meeste gebruikte proefdieren bij WUR zijn kippen, gevolgd door knaagdieren (vooral muizen), vissen en varkens. De lijst omvat daarnaast onder meer 46 geiten, 17 honden, 9 kikkers, 6 paarden en 4 lama’s.
De lijst omvat onder meer 17 honden, 9 kikkers, 6 paarden en 4 lama’s
De daling bij de universiteit heeft zich in 2018 waarschijnlijk niet doorgezet. De voorlopige cijfers voor dat jaar liggen volgens proefdierdeskundige Rob Steenmans hoger dan die voor 2017. Dit betekent echter niet dat er weer een stijgende trend begint. ‘Er zijn het afgelopen jaar toevallig iets meer projecten, waarvan enkele met grote aantallen dieren.’
Landelijk gezien steeg het proefdiergebruik in 2017 met 18 procent tot 530.568. Dat is vooral toe te schrijven aan het gebruik van genetisch gemodificeerde muizen en zebravissen in kankeronderzoek.