Ze zijn onmisbaar op de campus: schoonmakers, conciërges, cateraars, tuinmannen, receptionisten – de lijst is lang. Resource zoekt deze sleutelfiguren op. Dit keer Theo Hooft (60), operator Maas (koffie) in Gaia, Lumen en Atlas.
‘Ik ben vliegende keep bij Maas. Ik doe hier negentien koffieapparaten, verder help ik anderen omdat ik na twintig jaar hier werken alles weet. Het technische van de apparaten, zoals het onderhoud en uitlezen, vind ik harstikke leuk. Ook het sociale eromheen: mijn klanten zijn belangrijk voor mij en ik voor hen. Gewoon lachen, babbelen, uitleg geven over de machine, service verlenen. Ik ben nooit chagrijnig, altijd positief – als ik dood ben, lach ik nog. Maar soms wil ik niemand om me heen, dan ga ik alleen in de auto eten. Dan komt er te veel op mijn dak, maar ik laat dat niet merken. Ik draag zoals iedereen een masker, want iedereen heeft geheimen in zijn hartje.
Door die coronazooi ben ik uit mijn ritme, verschrikkelijk. Meer dan de helft van de apparaten staat uit. Bijna niks doen vind ik vermoeiend. Het voordeel is wel dat ik eindelijk een beetje tot rust kom, het nadeel is dat de vervelende herinneringen aan mijn huwelijken terugkomen.
Ik heb mijn bek op de juiste plek. Ik werd gelijk aangenomen
Ik heb allerlei soorten werk gedaan: dakbedekking, fiets-, auto- en ijzerverkoop, schilderen, motoronderhoud. Hiervoor ben ik zelfs nog 12,5 jaar bankmedewerker geweest, tot er gefuseerd werd en ik eruit moest. Ik heb toen aan de jongen van Maas die bij de automaat in onze bank stond, gevraagd: zoeken ze nog mensen? Ja, ik heb mijn bek op de juiste plek. Ik werd gelijk aangenomen.
Doordat ik geboren ben met te krappe heupkommen heb ik pijn in mijn heup als ik te veel heb gelopen. Ik heb al een nieuwe gekregen, maar nu begint die andere ook te klooien. Maar ik ga gewoon door, ik ben een man, hoor.
Ik ga zo macaroni maken voor drie anderen in mijn flat die de deur niet uit kunnen. Als jij zo bent, wil je toch ook geholpen worden? Of mijn hulp gewaardeerd wordt, weet ik niet. Vaak nemen ze me niet serieus, maar als ik liefdevolle aandacht krijg, ben ik er blij mee. Voor je het weet ben je er niet meer, zoals veel maten van mij.’