Collegezaal in Orion. Foto Joris Schaap Dat zorgt voor enthousiasme bij docenten. En veel vragen.
Het ministerie van OCW gaat ervan uit dat aan het begin van collegejaar 2021/2022 bijna iedereen in Nederland gevaccineerd is en vraagt de universiteiten om onderwijs op locatie te organiseren met maximum groepsgroottes van 75 personen per lokaal. De anderhalve meter afstandsregel is dan niet meer nodig, verwacht het ministerie. WUR gaat in de voorbereidingen voor het komende studiejaar uit van dat OCW-scenario, ook wel het basisscenario genoemd.
In dat scenario moeten studenten in Wageningen aanwezig zijn om onderwijs te volgen. Docenten hoeven dan ook geen online alternatieven meer aan te bieden voor campusonderwijs. Studenten hoeven géén negatieve zelftest of vaccinatiebewijs te laten zien om deel te nemen aan het onderwijs, behalve bij meerdaags veldwerk. Het aantal van 75 personen per lokaal geldt altijd, behalve tijdens tentamens.
Twee scenario’s
WUR houdt een slag om de arm voor het geval dat de coronasituatie er straks toch minder goed voor staat dan nu verwacht. De roostermakers wordt daarom gevraagd om alvast twee roosters te maken: één voor het basisscenario en een voor het fall back-scenario.
In het fall back-scenario zal er wél anderhalve meter afstand moeten worden gehouden, wat weer gevolgen heeft voor de capaciteit van lokalen. Aangezien de roostering voor periode 1 inmiddels in volle gang is en de roostering voor periode 2 op 15 juni van start gaat, wordt de vakcoördinatoren gevraagd wat zij aan uren en ruimte nodig hebben voor hun vakken, zowel in het basisscenario als in het fall back-scenario. Docenten kunnen bij de voorbereiding van het vak uitgaan van het basisscenario. Ze hoeven hun vak dus niet voor beide scenario’s voor te bereiden.
Vragen en zorgen
Onderwijsdecaan Arnold Bregt en rector magnificus Arthur Mol presenteerden WUR’s onderwijsrichtlijnen voor periode 1 van het komende studiejaar op dinsdag 11 mei aan docenten die in periode 1 lesgeven. Tijdens die meeting in Microsoft Teams bleek dat veel docenten enthousiast zijn om in periode 1 weer campusonderwijs te geven: in een poll zeiden 86 docenten zin te hebben om campusonderwijs te geven in periode 1, tegenover 10 docenten die er geen zin in hebben. Maar naast het enthousiasme waren er ook veel vragen.
Hoe logisch is het bijvoorbeeld om geen alternatief online onderwijs aan te bieden als je studenten wél vraagt thuis te blijven als ze zich niet goed voelen? Wat als een van de aanwezige studenten na college positief test? Ook over de tentamens, die dus weer op de campus plaats gaan vinden, waren vragen. Bijvoorbeeld of de examineringssoftware Ans straks gebruikt kan worden om tentamens digitaal af te nemen op de laptops van de studenten. Daar wordt aan gewerkt en dat moet straks hopelijk kunnen, aldus Bregt.
Grotere groepen
De meeste vragen kwamen van docenten die lesgeven aan groepen die groter zijn dan 75. Want wat moet je doen bij vakken met meer dan 75 studenten? Opsplitsen in meerdere ruimtes of lokalen dan maar? Dat vraagt weer om extra onderwijsstaf. Dan toch maar online?
‘Is het niet beter om af te spreken alle onderwijsactiviteiten met méér dan 75 man verplicht online te geven?’ opperde een van de docenten, in een poging de richtlijnen te versimpelen. Bregt: ‘We willen docenten juist de flexibiliteit geven om zélf te beslissen of ze het vak in dat geval volledig online willen geven of bijvoorbeeld in een hybride vorm.’ Een geopperde mogelijkheid voor het hybride aanbieden van grote hoorcolleges zou zijn om studenten zich in te laten schrijven voor aanwezigheid bij het college op de campus; de rest van de studenten kan via online livestream meedoen mét interactie-opties.
Dat is overigens geen oplossing voor practica met groepen groter dan 75, zegt een andere docent. Mol: ‘Alle practicumruimtes kunnen niet meer dan 75 studenten herbergen of zijn op te delen in ruimtes voor minder dan 75 studenten.’ Daarmee is het probleem van de practicumdocent in kwestie niet gelijk opgelost. Toch sluit hij af met een positieve noot: ‘Ondanks roosteruitdagingen zoals het 75 personen maximum, is alles beter dan nóg een semester met beperkt praktijkonderwijs. We zullen er uiteindelijk wel iets voor verzinnen.’
