De medezeggenschap bij WUR moet leuker en uitdagender worden en vaker debatteren over de inhoud en issues op de werkvloer. Dat stelde de commissie-Kampman, die een jaar geleden met voorstellen kwam om de universiteits- en ondernemingsraden aantrekkelijker te maken. Daarna ging een andere commissie aan te slag met de uitwerking van dit advies. Die commissie is bijna klaar, zeggen de commissieleden Martijn Scheen (corporate director HR), Sophie Galema (voorzitter Studentenraad) en Mark Sterken (ondernemingsraad PSG).
Top-4
De commissie ging de afgelopen maanden op bezoek bij onder meer lokale ondernemingsraden en de Concernraad met de vraag welke aanbevelingen zij het belangrijkste vonden. Daar rolde een top-4 uit, die de commissie nu handen en voeten wil geven, zegt Sterken. Op 25 september dit jaar moet er een concreet plan liggen. De top-4:
1. Leidinggevenden moeten meer waardering tonen voor medewerkers die in een medezeggenschapsraad worden benoemd. ‘Nu wordt het raadswerk vaak gezien als lastig te combineren met het echte werk’, licht Sterken toe. ‘De leidinggevende moet waardering uitspreken als iemand in de raad gaat en dat beschouwen als meerwaarde voor de persoon en de organisatie.’
2. De communicatie tussen de raadsleden van de verschillende kenniseenheden en centraal moet veel beter. Medezeggenschapsraden moeten vaker met elkaar in gesprek gaan, alleen de notulen sturen is niet genoeg. De betere communicatie moet bijvoorbeeld helpen om de werkdruk goed te bespreken. Dat is een complex onderwerp dat speelt op meerdere niveaus. De kennis van de werkvloer kan zo beter in de WUR Council aan bod komen.
3. Bestuurders moeten de medezeggenschapsraden tijdig betrekken bij lastige kwesties zoals reorganisaties. Te vaak wordt een plan eerst helemaal vormgegeven door de bestuurder en mag de medezeggenschapsraad bij het kruisje tekenen, waarna de OR de hakken in het zand zet. Door de raad direct te informeren, merkt de bestuurder sneller wat er speelt in de organisatie en kan het plan tijdig worden bijgesteld.
4. Medezeggenschapsraden moeten nieuwe werkvormen ontwikkelen, zodat ook niet-raadsleden tijdelijk kunnen meepraten over beleid. Daarbij willen de raden bijvoorbeeld werkgroepen en adhoc-experts uitnodigen om mee te denken. Op die manier kan de medezeggenschap ook meer divers worden, met een grotere inbreng van bijvoorbeeld hoogleraren en promovendi.
Kleiner
Waarom komen er geen kleinere medezeggenschapsraden, zoals voorzitter Daniel de Jong van de WUR Council onlangs voorstelde? ‘Omdat dat wettelijk heel lastig is’, zegt Scheen. En waarom beperken we de zittingstermijn van raadsleden niet, om verstokte raadsleden te verversen? ‘We hebben deze aanbeveling van de commissie-Kampman laten liggen’, zegt Galema. ‘We willen niemand restricties opleggen, maar hopen dat met een positieve insteek het aantal kandidaten voor raadsposities toeneemt, waardoor de situatie met “verstokte raadsleden” zal verdwijnen.’
Kenniseenheid
Galema benadrukt dat de situatie en waardering van de medezeggenschap verschilt per kenniseenheid. Zo heeft de ene ondernemingsraad een prima relatie met de directie en krijgt alles tijdig te horen, terwijl de andere een moeizame relatie heeft. ‘Na onze concrete voorstellen in september willen we per kenniseenheid bespreken welke aanbevelingen het belangrijkste zijn.’