Ze zijn onmisbaar op de campus: schoonmakers, conciërges, cateraars, tuinmannen, receptionisten – de lijst is lang. Resource zoekt deze sleutelfiguren op. Dit keer Helma Eleveld (58), servicemedewerkster Wageningen Bioveterinary Research in Lelystad.
‘Samen met Anita run ik de wasserij, kledinginkoop en -sterilisatie. De laatste tijd was het een gekkenhuis: er werden hier namelijk ook coronatests geanalyseerd. We wasten per dag opeens honderd kilo kleding meer, tot 250 kilo op een dag! De corona-analyses doen ze hier niet meer: de vogelgriep brak uit en toen werd het te druk.
Alles wat binnen de zogeheten High Containment Unit (HCU) gedragen wordt, kan besmet zijn met virussen. Die kleding wordt bij die unit gesteriliseerd en daarna wassen en drogen wij het. Dan vouwen we het op en leggen het op planken, als in een winkel. We hebben voor ieder wat wils in elke maat en vorm: steriele kleding, labjassen, gewone kleding voor dierverzorgers en technische dienst, zelfs ondergoed en sokken.
Daarnaast begeleid ik nieuwe medewerkers met douchen: sieraden af, haarelastiekje uit. Het is streng, maar je wilt niet op je geweten hebben dat er bijvoorbeeld mond- en klauwzeer uitbreekt.
Ik ben volgend jaar veertig jaar in dienst. Ik vind het omgaan met mensen leuk. Als ik zie dat mensen niet goed in hun vel zitten, vraag ik “alles goed?” en dan praten ze het soms van zich af. Dan hoor ik dat aan en dat is fijn voor ze.’ Ik ben van mezelf opgewekt en houd niet van klagen, hoewel het zwaar werk is. Soms word ik wakker van de pijn in mijn handen. Maar nu heb ik een brace en daarmee gaat het beter.
Soms hoor je de kraker waar de dode beesten in gaan
Ik wilde vroeger met dieren werken, maar na de opleiding dierverzorging kon ik geen werk vinden. Via-via kwam ik hier terecht. Omdat ik zo’n dierenliefhebber ben, voelt het soms krom om hier te werken, want we werken hier met proefdieren. Ik zag een keer tien pony’s naar binnen gaan en daar had ik een rotgevoel bij, want die komen nooit meer buiten. Maar ja, je redt er andere dieren mee.
De wasserij zit onder de destructieruimte, soms hoor je de kraker waar alle dode beesten in gaan. Dan doen Anita en ik even onze oren dicht. Als ik met pensioen ben, wil ik alsnog met dieren gaan werken. Het liefst had ik een boerderijtje gehad, maar ik heb nu acht katten, dat is ook leuk.’