Wat is ook alweer de klacht?
Meer dan 700 reacties heeft protestbeweging WOinActie verzameld over de werkdruk in het wetenschappelijk onderwijs. Wetenschappers draaien noodgedwongen te veel uren, zeggen ze zelf. De hoge werkdruk gaat ten koste van de gezondheid en hun privéleven.
De Arbeidsinspectie gaat er nu mee aan de slag. De inspecteurs wilden de universiteiten sowieso bezoeken vanwege klachten van vrouwelijke onderzoekers, dus ze slaan twee vliegen in één klap.
Wat gaat de inspectie doen?
Die gaat kijken wat voor beleid er op papier staat, zegt een woordvoerder. Zijn er vertrouwenspersonen, is er een goede klachtenafhandeling, hoe zit het met de inspraak, enzovoorts. Dat moet in orde zijn.
De inspecteurs kijken ook wat er in de praktijk met klachten van medewerkers gebeurt. Maar dan moeten die klachten er natuurlijk wel zijn. ‘Als er geen klachten zijn’, zegt de woordvoerder van de inspectie, ‘dan staan we bij wijze van spreken vijf minuten later weer buiten.’
Hebben die 700 wetenschappers ook bij hun universiteit geklaagd?
Dat is maar zeer de vraag. Het wordt nog lastig om aan te tonen dat de wetenschappers in de problemen zitten met hun urenplaatje. Dat ze veel overwerken is geen geheim, maar volgens de woordvoerder wordt dat niet de focus van de Arbeidsinspectie. Het gaat om de werkdruk..
De arbeidstijdenwet geldt namelijk niet (of slechts gedeeltelijk) voor bijvoorbeeld podiumkunstenaars, medisch specialisten, militairen en… wetenschappelijk onderzoekers. Als de wetenschappers wat hoger op de ladder staat en meer dan drie keer het minimum loon verdienen (ruim 64 duizend euro), dan kijkt de inspectie al helemaal niet meer naar de werktijden.
Is WOinActie aan het goede loket?
De actiegroep wil ruim een miljard euro per jaar erbij om de werkdruk in het wetenschappelijk onderwijs te verlagen, maar dat geld krijgen ze natuurlijk niet van de Arbeidsinspectie en de universiteiten hebben het zelf ook niet. Het kabinet beheert de schatkist.
Het doel van de klacht van WOinActie is dan ook vooral aandacht vragen voor het leed van wetenschappers, zodat er op termijn inderdaad meer geld wordt vrijgemaakt voor de wetenschap. Het zou helpen als de Arbeidsinspectie zegt dat de werkomstandigheden van wetenschappers inderdaad niet goed zijn.
En als de inspectie dat niet doet?
De klacht kán als een boemerang in het gezicht van de actievoerders terugkomen. Misschien concludeert de inspectie straks dat het beleid op orde is, dat er maar weinig klachten zijn en dat hard werken ook een beetje bij het beroep hoort dat de wetenschappers hebben gekozen. Dat zou koren op de molen zijn van politieke tegenstanders van de protestbeweging.
Wat vindt de minister hiervan?
Die erkent dat er druk op het systeem staat, maar ze zegt niet dat de situatie onhoudbaar is. Ze wil voorlopig alleen maar aan de knoppen van de financiering draaien, zodat universiteiten minder hoeven te concurreren om geld en eerstejaars studenten. Dat zou al schelen, meent ze. Misschien kunnen de universiteiten dan ook wat meer wetenschappers in vaste dienst nemen.
Wat de arbeidsinspectie concludeert, maakt voor de minister weinig uit. Zij is immers niet de werkgever, dus in feite staat ze erbuiten. In antwoorden op Kamervragen van GroenLinks, SP en PvdA kaatst ze de bal ook al een beetje terug naar de wetenschapper zelf. Die moet zich ‘als goed werknemer’ gedragen, ‘bijvoorbeeld door ook zelf zijn grenzen goed in de gaten te houden en tijdig aan te geven wanneer die in zicht beginnen te komen,’ aldus de minister.