Slapen met het licht aan

Sommige vogels slapen met het licht aan, blijkt uit een proef op de campus.
Onderzoek met fietslampje in nestkastje koolmees Foto Guy Ackermans

Die proef is het onderzoek dat Koen Hiemstra in de wintermaanden uitvoerde naar het verblijfgedrag van vogels. Wie op de campus was, heeft hem misschien wel eens gezien. Dagelijks (uitgezonderd weekeinden en vakantie) deed hij zijn 3,5 uur durende ronde langs 99 nestkastjes, die her en der verspreid over de campus hangen. Ter controle op bewoning.

Sporen

Vogels gebruiken nestkastjes niet alleen om in te nestelen. De kastjes zijn ook een mooie plek om te overnachten. Zo’n overnachting gaat gepaard met poepen. De vogels laten dus sporen na. En die sporen hield Hiemstra, masterstudent Bos- en Natuurbeheer, nauwgezet bij. Gewapend met een bierkrat (om op te staan), pen en papier (om te schrijven) en een plamuurmes (om de poep te verwijderen). 

Een overnachting gaat gepaard met poepen (Foto Guy Ackermans)

De onderzoeksvraag waar het hier om draait betreft lichtvervuiling. Storen vogels zich zo aan licht dat ze dergelijke plekken ’s nachts mijden? Hiemstra zette die vraag op scherp door een deel van de nestkastjes te verlichten. Dat deed hij door een fietslampje in de nestkast te hangen. In de veronderstelling dat de vogels weg zouden blijven, omdat licht de slaap stoort. Maar dat bleek dus mee te vallen.

Opmerkelijk

Van de achttien nestkastjes waar regelmatig werd overnacht, kregen er negen een lichtje. In vier van die negen verlichte ruimtes bleven de vogels komen. ‘Dat is geen hard bewijs, want daarvoor zijn de aantallen te klein, maar het is wel opmerkelijk’, zegt Hiemstra. Hij vermoedt dat wel of niet blijven met het karakter van de vogels te maken heeft. ‘De brutalere vogels blijven, de schuwere vertrekken.’

De brutalere vogels blijven, de schuwere vertrekken

Koen Hiemstra, masterstudent Bos- en Natuurbeheer

Dat maar een op de vijf nestkastjes sporen van verblijf laten zien, komt volgens Hiemstra door de winter. ‘Die was relatief zacht. De vogels hebben zo’n nachtverblijf dan minder nodig.’ De vogels in kwestie zijn hoogstwaarschijnlijk koolmezen. ‘De nestkasten waren op koolmezen afgestemd, met openingen van 32 millimeter.’ Bovendien: twee keer trof hij een dode vogel in de kastjes aan.

Nieuwsgierig

De verlichte nestkastjes trokken nieuwgierige blikken. En daar bleef het niet altijd bij. Tijdens de proef werden zes lichtjes gestolen. Hiemstra deed het onderzoek onder begeleiding van de docenten Anouschka Hof en Kevin Matson van de leerstoelgroep Wildlife Ecology and Conservation. Voor zijn master in Wageningen studeerde Hiemstra Toegepaste Biologie aan de HAS in Den Bosch.

Lees ook:

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.