Een mooie geste, maar niet altijd voldoende. Bovendien is er vraag: komt er dit jaar een nieuwe ronde of was dit eenmalig?
148 promovendi en 17 postdocs kregen vorig jaar compensatie van WUR omdat ze vertraging hadden opgelopen door de coronacrisis. Een van die promovendi was Anna Bohnenkamp, werkzaam bij Bioprocestechnologie. Bohnenkamp onderzoekt de duurzame productie van bulkchemicaliën met behulp van E.coli-bacteriën.
Aan vakantie hoef ik niet te denken.
Anna Bohnenkamp
Tijdens de eerste lockdown vorig jaar ging het lab twee maanden dicht, waardoor Bohnenkamp geen nieuwe experimenten kon starten. In de maanden daarna kon de Duitse, door de coronarestricties, beperkt op het lab terecht. ‘De experimenten verliepen daardoor minder efficiënt.’ Ze krijgt nu twee maanden uitstel, waardoor haar PhD-contract doorloopt tot 1 juni dit jaar. ‘De achterstand die ik heb opgelopen is veel groter, maar ik ben blij met elke maand uitstel die ik kan krijgen. Ik heb twee artikelen gepubliceerd en moet nog één artikel schrijven. Daarna kan ik de andere hoofdstukken van het proefschrift schrijven. Ik had plannen om meer onderzoek te doen in mijn laatste jaar, maar ik richt me nu op wat echt nodig is. Ik lever wat kwaliteit en speelruimte in, maar dat heb ik geaccepteerd. Alsnog voel ik stress bij het tijdig afronden van het proefschrift. Aan vakantie hoef ik niet te denken. Iedere PhD is keihard aan het werk.’
Zelfde rechten
De universiteit had al snel in de peiling dat promovendi vertraging opliepen door de coronarestricties en stelde een fonds beschikbaar om de promovendi te compenseren. Voor de aangestelde promovendi was zo’n 650 duizend euro beschikbaar, komend uit de loonruimte voor de promovendi. Bovendien stelden de Wageningse onderzoeksscholen 300 duizend euro uit eigen budget beschikbaar voor compensatie van de beurspromovendi.
Daarmee kwamen de onderzoeksscholen tegemoet aan een belangrijk speerpunt van de Wageningse PhD Council, namelijk dat beurspromovendi dezelfde rechten krijgen als de promovendi met een contract. De PhD Council heeft dan ook veel waardering voor het steunpakket voor beurspromovendi, zegt Robin Barten, promovendus bij Bioprocess Engineering. Ook waardeert de PhD Council dat promovendi met kinderen steevast de maximale verlenging van drie maanden kregen toegewezen. Daar is de PhD Council zelf medeverantwoordelijk voor, want enkele leden van de council zaten in de commissie die de aanvragen beoordeelde. Vrijwel alle aanvragen van promovendi zijn goedgekeurd, zegt Janneke van Seters, hoofd van het PhD Office van WUR. De enkele niet-gehonoreerde aanvragen betroffen promovendi wier contract pas in 2022 afloopt.
Soms hadden de aanvragers zoveel last van de coronacrisis dat de contractverlenging lang niet voldoende was om de achterstand te compenseren. Een voorbeeld is Rayner Gonzalez, postdoc bij Fokkerij & Genomics. Gonzalez onderzoekt in een tweejarig project de DNA-variatie onder Afrikaanse en Europese traditionele koeien in relatie tot hun ecosysteem. Daarbij kun je denken aan klimaat, hoogte, productie en ziekten. De Cubaan zoekt naar de genen en prestaties van verschillende lokale rassen, waarbij het vermoeden is dat de Afrikaanse rassen beter bestand zijn tegen stress dan de Europese.
Door de coronarestricties heeft Gonzalez wel DNA van de Afrikaanse rassen binnengekregen, maar slechts een klein deel van de fenotypische gegevens van de verschillende rassen. Daardoor ligt het Afrikaanse deel van zijn onderzoek stil. Hij werkt nu met koeienrassen uit Finland, Portugal en Nederland. Eind februari kwam eindelijk aanvullende informatie uit Zuid-Afrika binnen, maar hij wacht nog steeds op informatie over de runderen uit Egypte en Oeganda. Hij schat dat zijn project een jaar vertraging heeft opgelopen.
Zijn contractverlenging met twee maanden helpt, ‘maar is niet genoeg’. Gonzalez kan een of twee artikelen schrijven over de variatie in Nederlandse koeienrassen, maar hij kan niet -zoals de bedoeling was- Afrikaanse en Europese rassen vergelijken. Een jaar verlenging van zijn contract zit er helaas niet in.
Effect ijlt na
De grote vraag is: komt er komend jaar weer een coronapotje voor promovendi wier contract in 2022 afloopt? De PhD Council noemt de toekenningen een ‘goede start’ en constateert dat de meeste toekenningen zijn gebaseerd op de lockdown in maart en april 2020 en daarom niet langer dan twee maanden bedragen, terwijl de coronarestricties – denk aan beperkte laboratoriumruimten en beperkt of geen veldwerk – daarna voortduurden. Het gebrek aan lab- en kantoorruimte beperkt veldwerk en het verbod op reizen belemmeren de promovendi nog steeds, ook degenen die in 2022 en 2023 hun onderzoek trachten af te ronden. Deze PhD’s zijn nog niet gecompenseerd en hebben ook veel vertraging opgelopen in hun onderzoek, constateert de PhD Council.
De leerstoelgroepen moeten, naast financiële compensatie vanuit de universiteit, in eerste instantie binnen de PhD-projecten naar oplossingen zoeken
De raad van bestuur
Maar volgens Van Seters is het onzeker of de universiteit ook voor vertragingen na 2021 een budget voor promovendi beschikbaar heeft. Vorig jaar moest er door de lockdown plotseling onderzoek worden afgebroken, maar inmiddels hebben de leerstoelgroepen en promovendi de tijd gehad om hun PhD-traject meer coronaproof te maken. ‘De raad van bestuur is van mening dat de leerstoelgroepen, naast financiële compensatie vanuit de universiteit, in eerste instantie binnen de PhD-projecten naar oplossingen moeten zoeken, zegt Van Seters, ‘bijvoorbeeld door minder labwerk en meer literatuuronderzoek in te plannen. Wellicht leidt dit tot minder of andere publicaties, maar de leerdoelen van de promovendi moeten centraal staan.’
Stelt de overheid hier vanuit het ‘Nationaal programma Onderwijs’ niet ook middelen aan de universiteiten beschikbaar?
Op https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/brieven_regering/detail?id=2021Z03294&did=2021D07290 is dat wel suggestie vanuit ministerie van OCW.