Dat blijkt uit een grote internationale studie naar zogeheten secundair bos, onder leiding van de Wageningse bosecologen Danaë Rozendaal, Lourens Poorter en Frans Bongers. Het is voor het eerst dat op zo’n grote schaal het herstellend vermogen in kaart is gebracht van stukjes voor kleinschalige zwerflandbouw gekapt tropisch bos. De onderzoekers gebruikten gegevens van 56 locaties in 10 verschillende landen in Zuid-Amerika.
Steekproeven
In de studie werden telkens steekproeven genomen van groepjes van 25 bomen. In zo’n plot werd het aantal soorten geteld en vergeleken met de soortenrijkdom in naburig onverstoord bos. Het gaat hier overigens om bestaande inventarisaties, licht eerste auteur van de studie Danaë Rozenboom toe. De data zijn voor dit doel bij elkaar gebracht binnen het door Wageningen opgezette internationale netwerk 2ndFOR.
Bij biodiversiteit gaat het om het aantal soorten en de samenstelling van die soorten
Danaë Rozendaal
De studie laat zien dat secundair tropisch bos zich verrassend snel herstelt van landbouw. Binnen 20 jaar is het aantal voorkomende soorten alweer op 80 procent van voor de kap. Maar dat cijfer is misleidend: slechts 34 procent van die soorten komt overeen met de oude soorten. Herstel van het bos in oude toestand duurt vele eeuwen of vindt helemaal niet meer plaats. Daarbij moet worden opgemerkt dat de verschillen tussen de diverse locaties enorm zijn.
Kansproces
Die variatie kan volgens Rozendaal allerlei oorzaken hebben. ‘Het heeft te maken met het soort bos: natte bossen tellen veel meer soorten dan droge bossen. Maar ook het soort gebruik als landbouwgrond telt mee en de duur daarvan. Herstel is sowieso een kansproces. Er speelt van alles mee. Over de meeste plots weten we te weinig van de achtergrond om die oorzaken in kaart te kunnen brengen.’
Het bos gaat er nooit 100 procent hetzelfde uitzien. Het is wel belangrijk dat je de functie van het bos herstelt
Danaë Rozendaal
Dat het bos tot op zekere hoogte snel herstelt, is in principe goed nieuws. ‘Maar de boodschap is dubbel’, zegt Rozendaal. ‘Het aantal soorten is snel weer op peil, maar het herstel van de oude samenstelling gebeurt maar langzaam of niet. Bij biodiversiteit gaat het om het aantal soorten en de samenstelling van die soorten. Voor die samenstelling moet je dat oude bos dus ook beschermen. Er is al zoveel oud bos verloren gegaan.’
Geschiedenis
Overigens is het de vraag of volledige restauratie het doel moet zijn. ‘Oud bos heeft ook een geschiedenis van verstoring’, zegt Rozendaal. ‘Als je de biodiversiteit in het landschap wilt behouden, dan zijn alle soorten belangrijk. Maar streven naar exact dezelfde samenstelling is niet realistisch. Het bos gaat er nooit 100 procent hetzelfde uitzien. Het is wel belangrijk dat je de functies van het bos herstelt. Daar doen we nu studie naar.’