Onlangs werd bekend dat het totale aantal WU-studenten is gegroeid met 5 procent naar 12,973. Het gaat daarbij om het totaal aantal inschrijvingen op peildatum 1 oktober 2020, afgezet tegen het totaal aantal inschrijvingen op 1 oktober 2019. Het aantal nieuwe eerstejaars bachelorstudenten, kortweg de bachelorinstroom, groeide 6 procent. De masterinstroom groeide 4 procent.
Bij de bachelors vond de grootste stijging eerstejaars studenten plaats bij Voeding en Gezondheid: van 112 nieuwe studenten vorig jaar naar 166 dit jaar (een stijging van 48 procent). Ook de bachelor Bos- en Natuurbeheer groeide fors, van 66 eerstejaars bachelors vorig jaar naar 90 dit jaar (36 procent); net als Biologie (van 129 naar 165, een stijging van 28 procent). De internationale bachelors Food Technology (van 145 naar 119, min 18 procent) en Soil, Water, Atmosphere (van 78 naar 58, min 26 procent) zagen een krimpende instroom, iets dat mogelijk te maken heeft met de afname internationale studenten.
Masters
Bij de masters zijn Forest & Nature Conservation (van 121 naar 145, bijna twintig procent), International Development Studies (van 89 naar 111, bijna 25 procent) en Metropolitan Analysis, Design and Engineering (van 35 naar 62, ruim 77 procent) de grote stijgers qua instroom. Ook de masterinstroom van Biology groeide met zo’n twintig procent (van 94 naar 113).
Bij Biotechnology zijn juist 26 studenten minder ingestroomd, een daling van een kleine 17 procent. Dat komt onder andere doordat studenten van buiten Europa hun komst naar Wageningen hebben uitgesteld vanwege corona, zegt opleidingsdirecteur Sonja Isken. ‘Een deel van die studenten is nu in februari alsnog begonnen, maar er zijn ook studenten die pas in september 2021 willen komen. Dat zou dus ook kunnen betekenen dat er dan juist méér studenten instromen.’
‘Terug bij hoe het eerder was’
Marjolijn Coppens is opleidingsdirecteur Biologie. Zowel de bachelor- als de masterinstroom nam fors toe ten opzichte van het voorgaande jaar. Toch is er volgens haar geen sprake van echte groei. ‘De instroom is vergelijkbaar met eerdere jaren. We zijn gegroeid ten opzichte van vorig jaar, maar dat jaar was de instroom juist opvallend laag. We zijn terug bij hoe de instroom eerder was. We zijn eigenlijk vrij constant één van de grotere opleidingen. De groei bij de masterinstroom is volgens mij voornamelijk doorstroom van andere grote jaren.’
‘Als grote opleiding is de roostering soms moeilijk. Om dat écht goed in te richten, zouden we net iets kleiner moeten zijn. Nu hebben we een vak dat begint in periode drie en in periode zes wordt afgemaakt. Anders was het qua rooster niet te doen. Dat wil ik graag anders zien, maar dat kan nu niet anders.’ Blended onderwijs zou daar wel een uitkomst kunnen bieden, denkt Coppens. ‘Dat moeten we natuurlijk eerst met de docenten bespreken. Het onderwijs moet er wel beter van worden.’
‘Green brain power’
Ook opleidingsdirecteur Gijs Elkhuizen (Forest & Nature Conservation) zag de bachelor- en masterinstroom groeien. ‘Persoonlijk ben ik er hartstikke blij mee. Hoe meer green brain power we de wereld in sturen hoe beter. Maar we willen natuurlijk ook dat mensen straks allemaal een baan vinden. Dat lukt wel, maar op gegeven moment zit er wel een grens aan de groei.’
Bos- en Natuurbeheerders gaan maar weinig het onderzoek in, zegt Elkhuizen. ‘Zo’n 20 procent wil academisch carrière maken, de rest wil met zijn werk buiten de academische wereld actief een bijdrage leveren aan het behouden en verbeteren van de kwaliteit van de natuur. Momenteel staat dat hoog op de agenda en het gevoel van urgentie, zeker bij de jeugd, is groot. Ik denk dat dat ook deels de groeiende instroom verklaart.’
PEEK-app
Op onderwijsgebied zorgt de groei voor uitdagingen, zegt Elkhuizen. ‘Bij Bos- en Natuurbeheer zit je niet alleen in de collegebanken, maar ga je ook juist het veld in met je docenten. Er zijn nu natuurgebieden die zeggen dat ze de steeds grotere groepen niet meer aankunnen. Want of je met vijftig of met honderdvijftig man naar een natuurgebied gaat, maakt best uit. Ook qua verstorend effect op het gebied. Dan moeten we dus óf op zoek naar nieuwe natuurgebieden, óf dubbel gaan draaien, verspreid over twee à drie dagen. En dat heeft weer een verzwarend effect op de werklast van de docenten.’
De coronapandemie maakt het allemaal niet makkelijker, zegt Elkhuizen. Toch kan het ook een bijdrage leveren aan een oplossing. ‘We maken momenteel steeds meer gebruik van de PEEK-app, waarbij docenten en studenten zelf excursies kunnen ontwerpen. Blended onderwijs zou best een uitkomst kunnen zijn.’