De universiteit krijgt naar verwachting 40,3 miljoen euro aan leenstelselgeld van het Rijk voor de periode 2018-2024. De raad van bestuur legt hier ruim 2,8 miljoen euro bij, waardoor het totale bedrag op 43,1 miljoen euro uitkomt.
Ruim de helft hiervan wordt gereserveerd voor investeringen in (het behoud van) kleinschalig onderwijs en extra thesisbegeleiding. Ongeveer een zesde deel van het leenstelselgeld gaat naar professionalisering van docenten. Er komt onder meer een fonds om tijd en kosten van trainingen van docenten te compenseren. Ook komt er meer ruimte om ondersteunend personeel aan te nemen dat de taken van docenten kan verlichten.
Ontwikkeling studenten
Voor onderwijsdifferentiatie wordt ook een zesde van het leenstelselbudget uitgetrokken. Daaronder vallen onder andere een betere voorbereiding van studenten op de arbeidsmarkt, meer aandacht voor het aanleren van vaardigheden en meer student challenges, vertelt Sybren Zondervan, student-lid van de medezeggenschap van de universiteit. ‘Het idee is vooral om meer hulp te bieden waarmee jij als student je persoonlijke doelen kunt bereiken. Dus waar wil je heen, en hoe kom je daar? De begeleiding wordt intensiever en het aanbod wordt groter.’
Ruim een tiende van het budget wordt besteed aan meer en betere studiebegeleiding. Er komen studieadviseurs en studentpsychologen bij. Verder wordt er geld uitgetrokken voor adequate onderwijsfaciliteiten, waaronder MyWorkspace voor studenten en andere softwarelicenties. De laatste 4 procent van het bedrag wordt gereserveerd voor de financiering van nieuwe ideeën.
Samen beslissen
De voorwaarde die de Nederlandse overheid stelt bij de uitgifte van het leenstelselgeld, is dat studenten, medewerkers en bestuurders samen beslissen hoe ze het geld gaan investeren. De universiteit heeft daarom afgelopen zomer workshops met studenten en staf georganiseerd om te bepalen wat de belangrijkste knelpunten en wensen zijn. Zondervan: ‘Per onderwerp is gekeken welke vorm de werkgroep moest krijgen. Dus bij de werkgroep studiebegeleiding zitten studieadviseurs, en bij de werkgroep professionalisering zitten weer meer docenten. Vervolgens zijn er inspraakmomenten geweest voor studenten en medewerkers, met de vraag: wat willen jullie terugzien, zijn jullie het eens met de plannen, is het haalbaar?’
De medezeggenschap van de universiteit is inmiddels akkoord met de voorgestelde investeringen van de leenstelselgelden. Ze moeten nog wel goedgekeurd worden door de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO).