Knaagt jouw geweten weleens aan je over je alcohol- en drugsgebruik? Of zie je dat sommige medestudenten wel erg vaak straal, strak of stoned zijn? Op zoek naar houvast schoof Resource aan bij een door de Wageningse Kamer van Verenigingen georganiseerde bijeenkomst over middelengebruik.
Deze tweede ‘Waar trek jij de lijn?-bijeenkomst bestond uit twee delen. Ten eerste was er het openhartige persoonlijke verhaal van Nils van Tilborgh, die tijdens zijn studie in Groningen verslaafd raakte aan alcohol en cocaïne. De Wageningse hoogleraar en farmacoloog Renger Witkamp (Voeding & Gezondheid) vulde dat verhaal aan met feitelijke achtergrondinformatie over verslavingen. Uit hun verhalen destilleerde Resource deze inzichten:
1. Denk niet dat het jou of je vrienden niet overkomt
Verslaafd raken gaat sneller dan je denkt. En het overkomt zeker niet alleen de spreekwoordelijke junks in de goot. Volgens Jellinek zijn in Nederland zo’n 2 miljoen mensen verslaafd zijn aan iets – van drank en drugs tot medicijnen of gokken. Verslavingen komen voor in alle lagen van de bevolking, al is bij sommige verslavingen sprake van een opmerkelijk genderverschil: alcohol-, geneesmiddel- of drugsmisbruik komt bij mannen twee keer vaker voor dan bij vrouwen. Een hormonale verklaring is daar volgens Witkamp tot op heden niet voor gevonden; waarschijnlijk heeft het grotendeels sociale oorzaken.
2. Ellende voedt verslavingen
Vrijwel elke verslaving vindt z’n oorsprong in nieuwsgierigheid: hoe zou het zijn om…? Vaak is het effect prettig genoeg om nóg een keer te gebruiken. En nog een keer. En nog een keer. Totdat het gebruik een bepaalde grens over gaat en problematisch wordt. ‘Die scheidslijn is dun, en ligt voor iedereen ergens anders’, vertelde Witkamp. Zwakke momenten zijn berucht: je zit niet lekker in je vel, hebt gedoe in de liefde of met je studie. Witkamp: ‘Waar ellende is, komen meer verslavingen voor.’
3. Doorzie de leugens en laat niet los
(Beginnende) verslaafden hebben de neiging hun probleem te ontkennen of bagatelliseren. Ook Van Tilborgh hoorde heus wel dat stemmetje in z’n hoofd dat hij te ver ging. ‘Maar dat stemmetje klonk niet als ik dronk.’ Het bleef niet bij zelfbedrog. Liegen en bedriegen werd Van Tilborghs tweede natuur, om lastige vragen te vermijden en om ongehinderd te kunnen blijven drinken en snuiven. Ook trok hij zich terug. ‘Dat is wat een verslaving met je doet: het isoleert je. En al je energie gaat naar het onderhouden van je verslaving. Omgaan met iemand die verslaafd is, is heel moeilijk. Ik had het geluk dat mijn vrienden me niet opgaven.’
4. Vaker = slechter
Een middelenverslaving leidt tot biologische veranderingen. Witkamp: ‘De middelen ontregelen de processen in je hersenen. Ze werken in op labiele neurale netwerken en kunnen daar een loopje mee nemen.’ Zo staat cannabis erom bekend om dat eten lekkerder smaakt en geluiden helderder klinken. En LSD laat je dingen zien die er helemaal niet zijn. Herhaald middelengebruik zorgt ervoor dat receptoren in je brein anders gaan reageren. ‘Dat effect kan heel langdurig zijn, soms wel je hele leven.’ Het grootste probleem van verslavingen: op een gegeven moment treedt gewenning op, verlies van gevoeligheid. ‘En zo kom je in de negatieve spiraal – dan neemt een verslaving je leven over.’
5. Verleidingen vermijden
Beschikbaarheid van middelen is een belangrijke factor bij verslavingen. Bij drank geldt dat in extreme mate. Witkamp: ‘Alcohol is o-ver-al. En het is maatschappelijk geaccepteerd. Als je in het openbaar cocaïne snuift, dan valt dat best op. Maar drinken wordt ‘gezellig’ gevonden.’ Van Tilborgh koos er na zijn rehab voor om de verleidingen een tijdje uit de weg te gaan: hij brak met de mensen uit zijn drugsscene en vermeed festivals en feestjes. Inmiddels kan hij de kroeg wel weer in, maar drank raakt hij niet meer aan. ‘Ik ben nu weer aan het daten. Dan is niet heel sexy om uit te leggen waarom ik aan de thee zit, terwijl zij een wijntje neemt. Maar het is nou eenmaal zo. Als alcoholist heb ik geen andere keuze.’
6. Weet wat je neemt
Zomaar spul in je mond of neus stoppen is bloedlink, waarschuwde Witkamp. ‘Je kent de filmpjes uit de Verenigde Staten misschien wel, over de zogeheten ‘zombie-drugs’. Het effect daarvan is echt vreselijk; mensen lopen daar rond als een soort levende doden. Het gaat onder meer om synthetische cannabis en ‘krokodil’, een soort goedkope namaak-heroïne. Deze stoffen zijn extreem verslavend en ook in omloop in Europa. Riskeer niet dat je je eraan blootstelt; laat je drugs testen!’
7. Niet moralistisch doen
Realiseer je dat verslavingen biologisch gezien enorm krachtige processen zijn die sterker kunnen worden dan je aankan, benadrukte Witkamp. ‘Daar hoeft niemand moralistisch over te doen. Een verslaving is een probleem dat je zo snel mogelijk moet zien op te lossen. Schaam je niet!’ Hij benadrukte dat het belangrijk is dat studenten goed op elkaar letten. ‘Spreek elkaar aan als je problematisch gebruik vermoedt. Help elkaar, zonder te stigmatiseren’. Van Tilborgh had een soortgelijke boodschap: ‘Boos worden helpt niet, grenzen stellen wel. Ga zo’n gesprek liefdevol aan. Verslaafd zijn is een ziekte. Daar is helaas geen pilletje tegen. Maar er is wel een medicijn: verbinding.’
Zelfhulpgroep
WUR heeft een zelfhulpgroep voor en door studenten met een afhankelijkheid of verslaving. Dat kan gaan om middelengebruik, maar bijvoorbeeld ook om gokken of gamen. Het initiatief komt van een vierdejaars bachelorstudent Biologie die support zocht om zijn wietgebruik aan te pakken, maar die de stap naar verslavingszorgorganisatie Iriszorg te groot vond. ‘Ik had behoefte aan een laagdrempeliger optie. Met hulp Student Support heb ik toen deze groep opgezet’, vertelt hij. De groep komt elke 14 dagen op dinsdagavond tussen 20 en 21.30 uur bijeen (op 21/01, 04/02, 18/02 etc.) in Impulse, in de (besloten) ruimte ‘Innovation’ op de eerste verdieping. Aanmelden is niet nodig; je kunt zo binnenlopen. De voertaal is Engels. Ook als je alleen (anoniem) wil meeluisteren ben je welkom.