Een docent die zich professor mag noemen, promotor mag zijn en een toga mag dragen? Aan de TU/e in Eindhoven kan het. WUR zou dat voorbeeld moeten volgen, vinden Wageningse collega’s.
De TU/e kreeg er op 1 november vorig jaar plotseling vele honderden professoren bij. Hun aantal verviervoudigde. Niet omdat de onderzoekers en masse promotie maakten en hoogleraar werden. Wel omdat de universiteit vanaf dat moment het initiatief Iedereen Professor ten uitvoer bracht. Daarmee ging de wens van de Eindhovense hoogleraar Kees Storm in vervulling, die hij bij zijn oratie in 2018 uitsprak.
Met Iedereen Professor beoogt Storm de academische wereld in Nederland te moderniseren en minder hiërarchisch te maken. En vooral ook meer te laten aansluiten op wat gangbaar is in veel van de omringende landen. Centraal daarbij staat het promotierecht, het zogeheten ius promovendi, het recht om zelfstandig als promotor een promovendus te begeleiden en naar de eindstreep te brengen. In Nederland was dat recht tot voor kort uitsluitend voorbehouden aan hoogleraren. Zij doen de supervisie over promotietrajecten terwijl de co-promotoren – veelal universitair docenten en hoofddocenten (ud’ers en uhd’ers) –veelal de dagelijkse begeleiding voor hun rekening nemen. Sinds 2017 evenwel geeft de wet ruimte om daarvan af te wijken. Storms aanval op het systeem was goed getimed. Sindsdien borrelt het aan de universiteiten.
Gelijkheid
In Wageningen zijn Ellen Van Loo en Frederic Ang uitgesproken voorstander van het uitbreiden van het promotierecht. Van Loo is universitair hoofddocent bij Marktkunde en Consumentengedrag, Ang bij Bedrijfseconomie. Beiden zijn van Belgische komaf. Het is geen toeval dat juist zij het onderwerp bij WUR op de agenda willen zetten. ‘In België mag iedere docent, hoofddocent en hoogleraar zich professor noemen’, zegt Van Loo. ‘Maar die titel is slechts één aspect dat aantoont dat je expert bent in jouw vakgebied. Het gaat om de hiërarchische structuur die veranderen moet. Iedereen Professor staat voor gelijkheid, erkenning en rechten die passen bij de plichten. Het gaat erom dat de verantwoordelijkheden matchen met datgene wat je doet.’
Als jij een fout maakt is de PhD’er de dupe
‘Ik heb in Engeland en België gewerkt’, zegt Ang. ‘Als tenure tracker heb je daar vrijwel vanaf het begin promotierecht. En dat is heel belangrijk. Als tenure tracker is het de bedoeling dat je als wetenschapper een eigen en onafhankelijk profiel opbouwt. Begeleiding van een PhD-student is daar een prominent onderdeel van. Het systeem in Wageningen ontkoppelt echter het promotierecht van die begeleiding: je moet begeleiden, maar alleen de hoogleraar mag promotor zijn. Dit creëert een grote afhankelijkheid van de hoogleraar, die in spanning staat met de gewenste onafhankelijkheid.’ ‘De dagelijkse begeleider heeft heel wat plichten bij een promotietraject en de begeleiding is intensief’, vult Van Loo aan. ’Waarom dan niet het recht van promotie. De verantwoordelijkheden en de rechten komen niet overeen.’
Regeltjes
De beide Belgen vinden voor een deel van hun argumenten steun bij Wageningen Young Academy, de club van jonge tenure trackers. ‘Het promotierecht zoals dat nu werkt, leidt tot een lange afhankelijkheidsrelatie, die soms heel onnatuurlijk is, tussen jongere en oudere, meer ervaren onderzoekers in het begeleiden van promovendi’, zegt Nico Claassens, uhd’er bij het Laboratorium voor Microbiologie. ‘Terwijl jij vaak degene bent die het idee voor een project heeft, het geld binnenhaalt en het grootste deel van de begeleiding doet, moet je er iemand anders bijhalen omdat je geen promotierecht hebt. Dat voelt krom. Niet alleen voor ons als begeleider, maar ook voor de promovendus. Ik heb een PhD-student, die twee ervaren begeleiders heeft zonder promotierecht. De promotor zei: waarom hebben jullie mij nodig? Ik ben verder nauwelijks bij dit onderzoek betrokken. Tsja, vanwege de regeltjes dus. En natuurlijk gaat het niet altijd zo. Er zijn ook promotoren die wel veel bijdragen aan de begeleiding. En in sommige gevallen werkt het heel goed om een breed samengesteld begeleidingsteam te hebben. Het gaat om de verplichting het zo te doen.’
In België, Duitsland, Engeland en de VS is er blijkbaar wel vertrouwen
‘Het gaat erom,’ zegt collega-uhd’er Tim van Emmerik (Hydrologie en Omgevingshydraulica) ‘dat de pool van mensen met promotierecht nu te beperkt is. In Wageningen is het zo dat een promovendus door ten minste twee personen (dagelijks) wordt begeleid. Idealiter zou een van die twee het promotierecht moeten hebben. We moeten ervoor zorgen dat die pool groter wordt. Daar moeten we een goed systeem voor ontwikkelen, onafhankelijk van jouw plek op de academische ladder.’
Verantwoordelijk
Iedereen Professor waart al een tijdje rond in academisch Nederland, nadat De Jonge Akademie twee jaar terug het idee van de Eindhovense hoogleraar Storm omarmde. In Wageningen staat het op de agenda van de Academic Board, zegt Dean of Research Wouter Hendriks. De Academic Board adviseert de raad van bestuur over onder meer promovendi-zaken. ‘De meningen in de Academic Board over Iedereen Professor zijn verdeeld’, zegt Hendriks. Zelf is hij tegen een verdere uitbreiding van het promotierecht, buiten de verruimingen die al zijn doorgevoerd (zie kader). Die maken het mogelijk dat een uhd-1 (de laatste fase van tenure track), en op speciaal verzoek een uhd-2, promotor kan zijn. Zij moeten dan als co-promotor minimaal drie volledige promotietrajecten hebben doorlopen om ervaring op te doen.
Iedereen Professor staat voor gelijkheid, erkenning en rechten die passen bij de plichten
‘Onze Academic Board vindt die verantwoordelijkheid heel groot’, licht Hendriks toe. ‘Daarom is die regel van drie begeleidingstrajecten ingesteld. Het is nogal een verantwoordelijkheid om een promovendus te begeleiden. Die ga je voor vier jaar aan, waarbij je een promovendus begeleidt tot onafhankelijk wetenschapper. Dat moet je echt serieus nemen. Het promotierecht is meer dan alleen het begeleiden van een promovendus. Als jij een fout maakt is de PhD’er de dupe. Als er problemen ontstaan en het traject loopt een jaar uit, wie betaalt dat dan? Als promotor ben je verantwoordelijk en moet je de zaak oplossen. Kun je dat? Heb je daarvoor de middelen, netwerken of capaciteiten? Als ud’er of uhd’er heb je vaak minder mogelijkheden om oplossingen aan te bieden. Dan moet je dus toch aankloppen bij een leerstoelhouder.’
Ang en Van Loo vinden de koppeling tussen promotierecht en een minimaal aantal begeleidingstrajecten van PhD’ers maar raar. Van Loo: ‘Als tenure tracker heb je vaak al heel wat ervaring met het schrijven van artikelen, het opzetten van onderzoek en de begeleiding van studenten. Ik zie die begeleiding niet als een probleem.’ Ang: ‘Je moet het ook in de internationale context bekijken. In België, Duitsland, Engeland en de VS is er blijkbaar wel vertrouwen in dat je vanaf het begin van de tenure track mensen kunt begeleiden. Zijn er zoveel verschillen tussen ud’ers, uhd’ers en hoogleraren dat je kunstmatig het promotierecht toekent aan een beperkte groep? Ik denk dat dat niet het geval is. België is een goed voorbeeld dat het ook anders kan, zonder die onnodige hiërarchie.’
Wageningen Young Academy pleit ervoor het huidige stelsel kritisch tegen het licht te laten houden door een breed samengestelde commissie. ‘In juni 2023 is daarover aan de raad van bestuur al een brief gestuurd’, zegt Claassens. In die commissie moeten volgens hem niet alleen hoogleraren, maar ook promovendi, tenure trackers en andere academische stafleden zitting hebben. Tot nu toe is dat verzoek nog niet gehonoreerd.’
Verruiming
Sinds 2018 kunnen bij WUR naast hoogleraren ook universitair hoofddocenten promotor zijn. Als proeve van bekwaamheid moeten dan ten minste drie promotietrajecten in Wageningen zijn begeleid. Binnen het nieuwe Academic Career Framework is dat een vereiste om überhaupt uhd-1 te worden, de laatste stap voor de promotie naar een hoogleraarschap. Drie jaar geleden hadden bij WUR een kleine honderd uhd’ers promotierecht. Hoe vaak uhd’ers het afgelopen jaar als promotor hebben gefungeerd is niet bekend. In december vond een promotie plaats waar geen enkele hoogleraar aan te pas kwam. Zowel de promotor, de co-promotoren als de opponenten waren geen hoogleraar. Sinds kort kunnen sommige universitair docenten ook promotierecht aanvragen. Daarvoor geldt dezelfde eis van minimaal drie promotietrajecten als begeleider.
Toga
Het recht een toga te dragen is in Wageningen uitsluitend voorbehouden aan hoogleraren. Elders in Nederland zijn de regels losser. In Eindhoven mogen sinds november vorig jaar alle academische stafleden een toga dragen bij plechtigheden. Desondanks loopt het volgens bronnen bij de toga-producent nog niet storm. In Nijmegen en Utrecht moeten bij een promotie niet alleen de promotoren, maar ook de co-promotoren een toga aan. Elders zijn de regels weer anders. Binnen Wageningen Young Academy zijn de meningen erover verdeeld, zegt Nico Claassens. ‘Sommigen zien er een ongelijkheid in dat alleen hoogleraren een toga mogen dragen. Het gaat erom waar die toga voor staat. Is het een symbool van status en hiërarchie of voor de neutraliteit van de wetenschap. Als je dat laatste vindt, is het vreemd dat alleen hoogleraren die mogen dragen.’