De toekomst van de aarde is niet hopeloos. Maar er moet wel wat veranderen. De wetenschap moet werken aan realistische, positieve toekomstbeelden, betoogt hoogleraar Marten Scheffer.
Marten Scheffer, distinguished professor van WUR, schrijft zijn visie op de rol van de wetenschap in het nieuwe tijdschrift Earth Stewardschip van de Ecological Society of America. Het tijdschrift, waarvan hij een van de redacteuren is, opent er haar eerste nummer mee. In het essay zetten Scheffer en een groep ‘mede-revolutionairen’ hun in de loop der jaren gevormde ideeën uiteen. Als we de wereld beter willen achterlaten, is actie nodig. Wetenschappers moeten hun afstandelijke, waarnemende rol afwerpen.
Jullie pleiten voor hoopvolle toekomstbeelden. Is er nog hoop?
‘Dat denk ik wel. Veel mensen zijn gedeprimeerd over de toekomst. Anderen zeggen: ach, met technische oplossingen komt het wel goed. Maar zowel pessimisme als optimisme helpen niet. Pessimisme slaat lam en optimisme leidt tot niets doen. Tussen die twee zit hoop: het kán goed komen, als we de handen uit de mouwen steken. We moeten realistisch zijn over wat wél kan en hoe we daaraan bij kunnen dragen.’
Ik kan geen p-waarde plakken op de vraag hoe het met de aarde afloopt
In het essay spreek je over het ‘opschudden’ van het wetenschappelijke bedrijf. Onder meer door de overheersende rol van de wiskunde terug te dringen. Wat bedoel je daarmee?
‘Gereedschappen als wiskunde en bewijs op basis van herhaling van proeven worden hoog gewaardeerd in de wetenschap. Het wordt gezien als knappe en goede wetenschap. Je kunt er indruk mee maken en stoer doen. Maar over ingewikkelde zaken als klimaat, economie en ecologie kun je met gerepliceerde experimenten en wiskundig bewijs weinig zeggen. Ik durf te stellen dat hoe degelijker je over iets wetenschap kunt bedrijven, hoe minder relevant het is.’
Je schrijft dat hele generaties ecologen en economen hun tijd hebben verspild aan onderzoek gebaseerd op p-waarden. Wat is er mis met p-waarden, die aangeven of uitkomsten van proeven op toeval berusten of niet?
‘P-waarden zijn heel goed en nuttig. Ze geven houvast. Maar ze zijn ook heel beperkend in wat je ermee kunt onderzoeken. Ik kan geen p-waarde plakken op de vraag hoe het met de aarde afloopt, of wat een visverbod op een koraalrif doet met de veerkracht van het Great Barrier Reef. Wat we zeggen is: beperk je denkkracht niet tot dingen waar je een p-waarde op kunt plakken. Er zijn zoveel andere vragen die prioriteit hebben en waar we iets verstandigs over moeten zeggen.’
Voor bestudering van complexe systemen is een nieuw holisme nodig
In jouw zoektocht naar kantelpunten speelt wiskunde ook een stevige rol.
‘O ja. Ik heb me zeker schuldig gemaakt aan het indruk maken op mensen met wiskunde. Ik heb ook aan de verwachtingen voldaan om stoere wiskunde te produceren. Je moet je eerst invechten in dit wereldje voordat je je meer vrijheid kunt veroorloven. Maar ik heb ook altijd op de holistische kant gewezen. Ik heb groot respect voor de diversiteit van de natuur, de ingewikkeldheid en onbegrijpelijkheid ervan.’
Schiet de klassieke wetenschappelijke methode tekort bij de studie van complexe systemen?
‘Het is een hele beperkte methode. Voor bestudering van complexe systemen is een nieuw holisme nodig. Die zijn we ook aan het bouwen, met een goede gereedschapskist. In die kist speelt redeneren, modelleren en analyseren van big data een grote rol. Experimenten en wiskunde geven niet het hele antwoord. Je komt het verst door benaderingen uit zoveel mogelijk disciplines naast elkaar te leggen.’
Ik durf te stellen dat hoe degelijker je over iets wetenschap kunt bedrijven, hoe minder relevant het is
Door wetenschappers uit verschillende disciplines samen met kunstenaars bij elkaar te zetten op inspirerende plekken buiten de instellingen?
‘Ja. Als je het geheel wilt begrijpen, zijn disciplines en deelgebieden kunstmatige grenzen. Nieuwe ideeën ontstaan makkelijker buiten de klassieke academische setting van conferenties, kantoren en overlegruimtes. Ik heb thuis een schuur in de boomgaard, waar ik vaak internationale gezelschappen uitnodig. Ze slapen in een hotelletje in de buurt. Ik huur voor iedereen een fiets. We praten, fietsen en wandelen. Daar is menig artikel voor Science of Nature uit voortgekomen.’
Je pleit ook voor een actievere rol van wetenschappers. Zij moeten helpen veranderingen in gang te zetten, sturen en beïnvloeden. Dat klinkt activistisch?
‘In de ecologie en economie is ingrijpen gebruikelijk. Denk aan natuurbeheer of het sturen van gedrag door nudging. In andere wetenschappen wordt het als onethisch gezien. Je kunt op zoveel manieren activistisch zijn. Je hóeft niet een snelweg te blokkeren. Activisme kan ook zitten in de keuze van de onderzoeksvraag. Het ligt aan jouw persoonlijkheid en jouw tak van wetenschap wat je kunt doen. Ik denk dat we als wetenschappers de mensheid dienen als we zo goed mogelijk de gereedschappen aanleveren waarmee de samenleving haar eigen toekomst beter kan maken.’
Niet iedereen heeft die vrijheid die jij hebt.
‘Dat is zo. Je kunt wel zeggen dat de cultuur anders moet, maar je zult er wel eerst aan mee moeten doen, anders kom je er niet. Ik heb me goed ingevochten en veel geld binnengehaald. Dan mag ik ook zeggen dat het anders verdeeld moet worden en dat andere dingen belangrijk moeten zijn. Dat is mijn rol nu. En ja, die rol kun je makkelijker spelen als de buit al binnen is.’