De WUR Council heeft ingestemd met het nieuwe leerstoelenplan, waarin onder meer staat dat WUR de managementstructuur van leerstoelgroepen en het beleid voor buitengewoon hoogleraren nader onder de loep wil nemen. Voorwaarden heeft de medezeggenschap er niet aan verbonden, wel een aantal aanbevelingen.
Het leerstoelenplan vormt het wetenschappelijk fundament van Wageningen Universiteit. Wettelijk is geregeld dat voor zo’n plan instemmingsrecht geldt: om het te mogen uitvoeren, heeft de raad van bestuur instemming nodig van de medezeggenschap.
Het Wageningse plan 2025-2028 bestaat hoofdzakelijk uit beschrijvingen van de specifieke onderwijs- en onderzoekstaken van alle 95 leerstoelgroepen. Daarnaast beschrijft het welke drie vernieuwingen WUR, ‘na een brede consultatie binnen de organisatie’, wil aanpakken tijdens de looptijd van dit plan.
Vernieuwingen
Een van die vernieuwingen is het universiteitsbeleid voor buitengewoon hoogleraren. Doel, voor- en nadelen en de risico’s ervan moeten beter gedefinieerd worden, stelt het plan. Daarbij speelt bijvoorbeeld de onafhankelijkheid van die hoogleraren mee – zowel de feitelijke als de gepercipieerde. Een ander aspect is hoe de competenties en criteria van buitengewoon hoogleraren zich verhouden tot die van persoonlijk hoogleraren.
Ook moet er meer een langetermijnvisie op het portfolio van de leerstoelgroepen komen, ‘om veelbelovende onderwerpen te identificeren en verouderde onderwerpen af te bouwen, waardoor de opvolgingsplanning voor leerstoelhouders en hoogleraren wordt verbeterd’, aldus het plan.
Management leerstoelgroepen
Het derde verbeterpunt is de organisatie van de leerstoelgroepen. Want, zo stelt het plan, dat zou ‘mogelijkheden kunnen bieden om de managementstructuur te optimaliseren en efficiënter te maken’. Opvallend is dat níet expliciet wordt benoemd dat de scheidend ombudspersoon hier ook iets over heeft gezegd, namelijk om te overwegen om de zittingstermijn van leerstoelhouders – die nu nog voor het leven worden benoemd – te beperken. Want omdat leerstoelhouder bij WUR een inhoudelijke, eervolle functie is en geen corvee, willen mensen zo’n functie niet snel afgeven – ‘ook als daar eigenlijk wel reden toe is’, zei ze daar destijds over.
Neem de punten van de ombudspersoon rond de zittingstermijn en leiderschapskwaliteiten van leerstoelhouders serieus in overweging
Dat een referentie naar het ombudsrapport ontbrak, viel ook de WUR Council op. ‘Neem de punten van de ombudspersoon rond de zittingstermijn en leiderschapskwaliteiten van leerstoelhouders serieus in overweging’, luidt daarom een van de aanbevelingen aan de rvb. ‘Een andere aanbeveling is om de commissie die het chairplan verder gaat uitwerken een bredere samentelling te geven: niet alleen hoogleraren, maar ook onderzoekers en docenten’ vertelt Eva Meijer, woordvoerder vanuit de WUR Council voor dit onderwerp. De andere aanbevelingen van de medezeggenschap gaan met name over betere duiding van de totstandkoming van het leerstoelenplan, en de samenhang tussen het leerstoelenplan en de Onderwijsvisie en het Strategisch Plan.
De brief met de aanbevelingen van de WUR Council is openbaar. De raad van bestuur heeft inmiddels laten weten de aanbevelingen te zullen delen met de commissies die de komende tijd gaan werken aan het leerstoelenplan.