Stikstof-serie #5: ‘Het geld is op, dus het moet slimmer’

'Voor de minister vormt de aanpak van Netwerk Praktijkbedrijven een ongelooflijk belangrijke oplossingsrichting.'
Onder de stoppende bedrijven zitten ook ‘toppers’, weet praktijkonderzoeker Gerard Migchels. ‘Maar boeren maken gewoon sommetjes – ook als ze relatief veel grond en moderne stallen hebben.’ Foto Shutterstock

Ook de Wageningse stikstof-experts keken ervan op toen minister Wiersma vorige maand liet weten te stoppen met het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) dat de problemen met stikstof en waterkwaliteit moet aanpakken. Resource vroeg een aantal van hen naar de gevolgen voor hun vakgebied. In deze aflevering: Gerard Migchels, praktijkonderzoeker bij Wageningen Livestock Research en projectleider Netwerk Praktijkbedrijven.

Toen deze Resource-serie begon, was de minister nog niet in de Tweede Kamer geweest. Inmiddels heeft ze daar de stopzetting van het NPLG toegelicht: er is geen geld meer voor. Van de dik 20 miljard euro die de vorige regering had gereserveerd, resteert nu nog zo’n  5 miljard. ‘Terwijl dezelfde doelen blijven staan’, onderstreept Migchels. Hij ziet dat als een grote kans voor wat het Netwerk Praktijkbedrijven doet. Aan Resource legt hij uit waarom:

Over Netwerk Praktijkbedrijven
Het Netwerk Praktijkbedrijven onderzoekt in de praktijk of en met welke mix van voer, dier- en stalmanagementmaatregelen de beoogde 30 procent ammoniak- en methaanemissie kan worden bereikt. Het telt ruim honderd aangesloten melkveehouderijen, die een mix vormen van groot/klein, bio/gangbaar en extensief/intensief. Het Netwerk is een samenwerking tussen WUR en LTO en bestaat sinds 2020. Meer info op netwerkpraktijkbedrijven.nl.

‘Met het Netwerk zijn we heel succesvol als het gaat om ammoniak. In drie jaar tijd hebben de deelnemende bedrijven bijna 25 procent emissiereductie bereikt, uitgedrukt per hectare of per GVE (grootvee-eenheid, red.). Als je dat toepast op wat collega Wim de Vries altijd voorhoudt – dat de landbouw z’n ammoniakemissie ongeveer moet halveren – dan houdt dat dus in dat de helft daarvan valt te bereiken met maatregelen die gewoon passen binnen de bedrijfsvoering. Nu het geld op is, is dat voor de minister een ongelooflijk belangrijke oplossingsrichting.’

‘Het Netwerk biedt zeker hoop. Maar het stemt ook weer nederig Want er blijkt nogal wat verschil tussen wat wij wetenschappelijk, ceteris paribus, boven tafel krijgen en de bevindingen onder praktijkomstandigheden. Vanuit het Netwerk doen wij bij vijftien verschillende melkveehouderijen metingen in de stal en in sommige gevallen stuiten we op een ruis van wel 30 tot 50 procent, die we nog niet kunnen verklaren. Dat toont hoe weerbarstig de praktijk is. We moeten dus nog veel meer metingen doen om die ruis te kunnen verklaren, zodat we daarna weer verder kunnen modelleren.’

Doelsturing

‘Als ik met boeren praat, dan hoor ik niet hetzelfde enthousiasme over doelsturing (boeren krijgen milieudoelen opgelegd, maar hebben zelf vrijheid naar eigen inzicht te handelen, red.) als wanneer ik hun bestuurders hoor. Ze betwijfelen of het niet te complex wordt: ‘Doe ons nou maar gewoon een lijstje van maatregelen met een vooraf vastgestelde reductiefactor, dan gaan we dat gewoon doen.’ De nieuwe regering is van het ‘meten is weten’. Dat ben ik in principe met ze eens, maar voor een betaalbare introductie van doelsturing kun je niet om modellering heen. Het is niet haalbaar om op elk individueel bedrijf te meten.’

‘Methaan is een ander verhaal (zie kader, red.), maar rond stikstof houd ik boeren altijd voor: dat komt goed. Als we maar de drie sporen volgen die Wageningen steeds aankaart. Ten eerste opkoop van productierechten, zodat er minder dieren komen. Ten tweede moeten boerenbedrijven gaan extensiveren, ook een vorm van dieraantallen verminderen, bijvoorbeeld via vergroting van het areaal biologisch. En het derde spoor is innovatie – zowel via management, wat het Netwerk doet – modern vakmanschap dus – als via nieuwe technologieën zoals nieuwe stalsystemen of mestuitrijd-technieken. De minister is heel enthousiast over dat laatste. Alleen hebben de innovaties waar zij erg enthousiast van wordt, zoals een Lely Sphere of een Gazoo, een negatief verdienmodel. Dus qua haalbaarheid is dat nog een lastig verhaal. Overheden zijn door hun geld heen, dus emissiereductie móet gepaard gaan met een verdienmodel voor de boer.’

Ammoniak versus methaan
Met 25 procent reductie is het Netwerk Praktijkbedrijven in het derde jaar van z’n vijfjarige looptijd succesvol met terugdringing van de ammoniakemissie (deadline beleid: 2035). Met methaan (deadline beleid: 2030) is het echter een ander verhaal, vertelt Migchels. ‘Als Netwerk hebben we destijds beloofd dat we ook 30 procent methaanreductie zouden realiseren. Maar dat blijkt een hele taaie; op dat vlak heeft het Netwerk vooralsnog minder dan 5 procent reductie opgeleverd.’

‘Ik zie de oplossing vooral in meervoudig ruimtegebruik. De innovaties die we toepassen bij de Netwerkbedrijven hebben een intern verdienmodel: boeren hebben minder krachtvoer en minder kunstmest nodig, en maken dus minder kosten. Omschakelen naar biologisch is ook een strategie met een intern verdienmodel. Meervoudig ruimtegebruik is eveneens veelbelovend: verbreed het verdienvermogen van het bedrijf bijvoorbeeld met Agri-PV of biomassateelt of woningbouw, met een paar woningen op het boerenerf. Dat ‘hofjes-idee’ vraagt wel wat qua vergunningverlening, maar de Omgevingswet biedt meer kansen voor een meer integrale afweging dan de oude bestemmingsplannen.’

Stoppen en stappen

‘Van de veertig onderzoeksbedrijven in het Netwerk zijn er drie die meedoen aan de stoppersregeling, bijna 10 procent. Dat vind ik best veel. En er zitten bedrijven tussen waarvan ik weet: dat is een topper. Maar ja, boeren maken gewoon sommetjes – ook als ze relatief veel grond en moderne stallen hebben. Het is niet te hopen dat de stoppersregeling onbedoeld een versnelde schaalvergroting en intensivering in de hand werkt. Daar maak ik me zorgen over.’

‘Volgens mij is nu de tijd rijp om als sector snel substantiële stappen vooruit te zetten. Ik houd dat boeren ook voor. Als je solidair wil zijn met de PAS-melders* in jouw gebied, doe dan mee met de maatregelen van het Netwerk Praktijkbedrijven. Want als de emissiereductie in een gebied al 25 procent lager ligt – aan te tonen door alle Kringloopwijzers in een gebied bij elkaar op te tellen – dan hoeft de rechter ook niet zo superstringent te zijn. Dus ga snel aan de slag met die maatregelen van het Netwerk Praktijkbedrijven. Dan help je ook je collega’s die in de knel zitten.’

* Legalisatie van PAS-melders is urgent; de Raad van State heeft de provincies geboden vanaf 1 maart 2025 de vergunningplicht van de circa 2500 PAS-melders weer te handhaven. Doen ze dat niet, dan heeft milieuorganisatie MOB alvast ‘een tsunami aan rechtszaken’ aangekondigd. PAS-melders zijn de bedrijven die onder het oude stikstofregime (Programma Aanpak Stikstof, PAS) geen natuurvergunning hoefden te hebben; een stikstofberekening volstond. In 2019 verwierp de Raad van State echter de juridische basis van het PAS en daarmee verviel ook de vrijstelling van de vergunningplicht. Het toenmalige kabinet beloofde een oplossing, alleen ontbrak het steeds aan vrije stikstofruimte om alsnog vergunningen te kunnen verlenen. Die ruimte is er waarschijnlijk wél als een groot deel van de andere boeren in een gebied aantoonbaar 25 procent minder ammoniakemissie hebben.

Stikstofserie
Deel #1 – ‘Ik vind dat de minister een riskante strategie volgt’ met Roel Jongeneel
Deel #2 – ‘Doelsturing maakt niet ineens een makkie van stikstofreductie’ met Edo Gies
Deel #3 – ‘Hopelijk heeft de twijfelindustrie z’n langste tijd gehad’ met Karin Groenestein
Deel #4 – ‘Ik verwacht dat de voer-optie opnieuw in the picture komt’ met Jan Dijkstra
Deel #5 – ‘Het geld is op, dus het moet slimmer’ met Gerard Migchels
Deel #6 – Wim de Vries (online op 6 november)

Lees ook:



Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.